Sommige gezinnen botsen al vóór de deur tegen drempels (bv. onduidelijke info, beperkte openingsuren, deelnamekosten). Andere drempels duiken op na de deur (bv. zich niet welkom voelen, aanbod sluit niet aan, gebrek aan vertrouwen).
Toegankelijkheid vraagt daarom een voortdurende oefening: wie bereiken we, wie niet, en wat houdt hen tegen?
De zeven B’s geven houvast om drempels zichtbaar te maken én om gericht te bouwen aan een toegankelijker aanbod, door te kijken naar factoren als Bereikbaarheid, Begrijpbaarheid, Betaalbaarheid en andere elementen die bepalen of gezinnen effectief kunnen deelnemen.
Ook de DECET-principes kunnen helpen om na te denken over hoe je ervoor zorgt dat diverse gezinnen, kinderen en jongeren het gevoel hebben erbij te horen en gehoord en gezien te worden. DECET staat voor Diversity in Early Childhood Education and Training.
Deze wegwijzer helpt je om stap voor stap te werken aan toegankelijkheid, via drie bewegingen:
- In kaart brengen – Hoe zetten jullie nu al in op toegankelijkheid?
- Reflecteren – Wat loopt goed, wat kan sterker?
- Verder bouwen – Welke volgende stap zetten jullie samen?
1. Hoe zetten jullie nu al in op toegankelijkheid?
Veel Huizen van het Kind zetten vandaag al stappen om drempels te verlagen en gezinnen welkom te heten. Ook bij jullie gebeurt dat waarschijnlijk op uiteenlopende manieren.
Voordat je nieuwe initiatieven opzet, is het waardevol om eerst te bekijken wat er al (goed) gebeurt. Het biedt een kans om bewust te reflecteren op jullie werking en te ontdekken waar jullie een volgende stap kunnen zetten.
Breng de bestaande initiatieven systematisch in kaart
- Welke initiatieven bestaan er vandaag al die bijdragen aan een betere toegankelijkheid voor kinderen, jongeren en gezinnen? Welke acties ondernemen jullie om drempels in kaart te brengen en aan te pakken?
- Welke doelen beogen deze initiatieven?
- Wie is erbij betrokken: welke organisaties, partners of medewerkers zijn betrokken bij deze initiatieven, en welke rollen nemen zij op?
- Welke doelgroepen worden door deze initiatieven bereikt — en welke groepen minder of niet?
Voorbeelden van hoe Huizen van het Kind werken aan toegankelijkheid
- Een vlag buiten zetten als het Huis open is → gezinnen zien meteen dat ze welkom zijn.
- Meertalige informatie en duidelijke zoekfunctie op de website.
- Outreachend werk via vier antennepunten (sociaal huis, consultatiebureau, jeugddienst en een kinderopvanglocatie) → gezinnen ontmoeten het Huis op plekken waar ze al komen.
- Een ruilwinkel aan de ingang → laagdrempelige eerste kennismaking.
- Wekelijkse OCMW-zitdagen in scholen → hulp dichter bij gezinnen brengen.
- Partners (bibliotheek, Ligo en het OCMW) ondersteunen ouders met online opvangaanvragen → registratiedrempels wegwerken.
- Organisatie Kind- en Ouderactiviteiten in het kader van KOALA → gezinnen in armoede en/of met een migratieachtergrond vinden beter hun weg naar kinderopvang.
- Samenwerking rond inclusieve opvang → kinderen met specifieke ondersteuningsnoden kunnen goed worden opgevangen.
2. Wat loopt al goed, wat kan sterker?
Om in te schatten hoe toegankelijk jullie werking nu al is, is het nuttig om stil te staan bij enkele sleutelvragen.
Vertrekt jullie werking vanuit een visie?
- Wat betekent toegankelijkheid binnen jullie werking?
- Pakken we toegankelijkheid voor én na de deur gelijktijdig aan?
- Waarom vinden jullie aandacht voor toegankelijkheid belangrijk? Wat is het belang voor kinderen en hun ouders?
- Wat betekent dit voor ons als medewerker of vrijwilliger in onze dagelijkse praktijk?
- Wat wordt er van ons als medewerker of vrijwilliger verwacht? Zijn er afspraken waaraan we ons dienen te houden?
- Hoe dragen bepaalde beleidskeuzes en acties die we genomen hebben bij aan een toegankelijker aanbod?
- Wie wordt er betrokken bij het bedenken en selecteren van acties om de toegankelijkheidsuitdaging aan te pakken? Hoe bepalen jullie prioriteiten?
- Op welke toegankelijkheidsuitdaging van ons Huis van het Kind focussen we eerst?
💡 TIP: Formuleer de uitdaging als een wervende onderzoeksvraag in één zin. Een vraag die begint met 'hoe' nodigt uit tot het aanbrengen van ideeën. Formuleer het doel uitdagend en aantrekkelijk. Welk eindbeeld maakt jullie enthousiast?
Bijvoorbeeld: hoe kunnen we een verwelkomend en steunend Huis van het Kind zijn voor gezinnen met een kind met specifieke ondersteuningsbehoeften?
Werken jullie vanuit een reflectieve en participatieve basishouding?
- Staan medewerkers regelmatig bewust stil bij hun handelen? In welke mate hanteren ze een reflectieve basishouding?
- Welke van mijn eigen overtuigingen, waarden of ervaringen kunnen invloed hebben op hoe ik gezinnen benader, en hoe kan ik ervoor zorgen dat deze geen drempel vormen voor toegankelijkheid?
- Zijn kinderen en gezinnen mede-eigenaar van hun traject binnen jullie Huis van het Kind? In welke mate hanteren medewerkers een participatieve basishouding in het contact met gezinnen én andere organisaties?
- Reflecteer ik over mijn eigen houding en visie? Ben ik bereid bij te leren van wat kinderen, jongeren, ouders en collega’s aanbrengen?
- Vertrek ik vanuit de behoeften, vragen en ervaringen van kinderen en gezinnen, en sluit ik aan bij wat leeft in de lokale gemeenschap?
- Benader ik anderen open en niet beoordelend? Treed ik anderen tegemoet vanuit een open blik? Heb ik respect voor de mening en ideeën van anderen en nemen we deze mening ernstig? Respecteer ik het tempo van mensen?
- Respecteer ik ieders privacy en stellen we ons betrouwbaar op? Zeg ik wat ik doe en doe ik wat ik zeg?
- Vertrek ik vanuit het geloof in ieders talenten en mogelijkheden?
- Ben ik gericht op samenwerken?
Werken jullie samen met een breed en relevant netwerk?
- Welke partners in de regio werken reeds met gezinnen die jullie nu moeilijker bereiken? Enkele voorbeelden:
- Organisaties met ervaring in het werken met mensen in armoede, bijvoorbeeld verenigingen waar armen het woord nemen, samenlevingsopbouw of buurtwerkingen.
- Organisaties voor gezinnen met een kind met een beperking, bijvoorbeeld Ouders voor Inclusie of de thuisbegeleidingsdiensten VAPH.
- Organisaties met expertise in etnisch-culturele diversiteit, bijvoorbeeld Federatie van Mondiale & Democratische Organisaties (FMDO) of Internationaal Comité (IC).
- Benutten jullie de kennis van sleutelfiguren en partnerorganisaties om samen drempels te verlagen en/of een doelgroep naar jullie organisatie of aanbod toe te leiden?
Zijn drempelverlagende acties afgestemd op de noden en behoeften van gezinnen?
- In welke mate toetsen jullie je aannames over wie jullie wel of niet bereiken en waarom af voor jullie acties bepalen? Bijvoorbeeld door cijfers te verzamelen en gezinnen zelf te bevragen. Interessante vragen:
- Welke gezinnen, kinderen en jongeren wonen er in onze buurt of werkingsgebied?
- Wie bereiken we wel en wie niet met een bepaald aanbod?
- Wat zijn hun noden en behoeften? In welke mate biedt ons bestaande aanbod hier een antwoord op? Wat waarderen ze? Wat missen ze?
- Welke drempels ervaren ze om van het aanbod gebruik te maken?
- Hoe bepalen jullie welke (cijfer)gegevens nodig zijn om de toegankelijkheidsuitdaging goed te begrijpen?
- Hebben jullie manieren of systemen om zicht te krijgen op de noden en behoeften van gezinnen? Op wie wordt hiervoor beroep gedaan?
- Hoe krijgen we inzicht in de noden en behoeften van gezinnen die we al bereiken, én gezinnen die we nog niet bereiken?
- Maken we optimaal gebruik van de ervaring en expertise van sleutelfiguren of organisaties die sterk zijn in het werken met gezinnen die we nu moeilijker bereiken?
- Welke ideeën voor acties sluiten het best aan bij de noden van de gezinnen die jullie willen bereiken?
💡 TIP: Raadpleeg de cijfergegevens op de website van Opgroeien. Je vindt er onder meer cijfers over gezinssamenstelling, taal en nationaliteit, gezinsinkomen en (kans)armoede, werksituatie in het gezin, etc. Bij sommige rubrieken, kun je onder ‘cijfers op maat’ informatie opvragen tot op het niveau van de (deel)gemeenten. Opgroeien bundelt ook een heleboel gegevens over kinderen en gezinnen met een Groeipakket. Op provincies.incijfers.be vind je eveneens bruikbare cijfergegevens.
💡 TIP: Gebruik de werkvormen de 'thematische methodiek' en de 'aanbodtoets' uit de methodiekendoos ‘Ouders in Huis’ (niet gratis) om ouders een stem te geven in de werking van het Huis van het Kind. Ook de LCD-toolkit biedt handvatten om de leefwereld en ervaringen van moeilijk bereikbare gezinnen beter te begrijpen. Wil je werken met een bevraging om de behoeften van ouders of andere volwassenen in kaart te brengen? Laat je ondersteunen door het materialenpakket 'Zicht op lokale noden en behoeften'.
💡 TIP: Analyseer jullie toegankelijkheidsuitdaging met de Drempelmeter. Deze tool helpt je drempels en/of knelpunten in je organisatie op te sporen die mensen tegenhouden om gebruik te maken van jullie aanbod.
Zijn acties concreet en goed gepland om het doel te bereiken?
- Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie drempelverlagende acties doelgericht, goed voorbereid en haalbaar zijn, zodat ze effectief bijdragen aan meer toegankelijkheid?
- Wat is het precieze doel? Met andere woorden: wanneer zijn we tevreden en hoe gaan we dat zien, horen of voelen?
- Wat gaan we doen om dit doel te bereiken?
- Wie is betrokken en neemt welke rol op? Welke samenwerkingsafspraken zijn nodig?
- Welke middelen (personeelsmiddelen, infrastructuur, materialen, etc.) zijn nodig om de actie(s) goed te kunnen uitvoeren?
- Welke ondersteuning hebben medewerkers nodig? Denk aan vorming om de kennis over bijvoorbeeld armoede of bepaalde groepen (bijvoorbeeld Romagemeenschap) te vergroten. Of intervisie om medewerkers te ondersteunen tijdens de uitvoering van acties.
- Wie coördineert het proces van werken aan toegankelijkheid?
- Voor welke werkstructuur kiezen we? Opteer bijvoorbeeld voor een kleine kerngroep.
- Waar, wanneer en hoe gebeurt de terugkoppeling naar het ruimere samenwerkingsverband?
Is er ruimte voor reflectie, evaluatie en bijsturing?
- Hoe volgen jullie jullie acties en deelnemers systematisch op?
- Hoe verloopt het proces en de uitvoering van de geplande acties?
- Welke kinderen, jongeren of ouders nemen deel? En welke evolutie zien we hierin?
- Zitten we op het goede spoor? Wat gaat goed? En wat kan beter?
- Is ons doel bereikt?
- Wat zijn de effecten van onze acties op vlak van toegankelijkheid?
- En wat speelt hierin een rol?
- Hoe organiseren jullie het verzamelen, verwerken en gebruiken van informatie om acties bij te sturen?
- Welke informatie is essentieel om acties te kunnen opvolgen en bijsturen, en wat kan eventueel buiten beschouwing blijven?
- Wanneer verzamelen we deze informatie: na elke activiteit, maandelijks, na zes maanden, of op een andere manier?
- Waar halen we de informatie vandaan: registratiesystemen, deelnemers, medewerkers of andere bronnen?
- Wie is verantwoordelijk voor het verzamelen, verwerken en bespreken van de informatie, en welke ondersteuning hebben zij hierbij nodig?
💡 TIP: Gebruik casussen om de vinger aan de pols te houden en bij te sturen. Verzamel en bespreek zowel casussen waarin de deelname van gezinnen moeizaam verloopt als succesvolle voorbeelden, want beide bieden waardevolle inzichten. Combineer dit met kwantitatieve gegevens over het bereik van de doelgroep, informatie over de impact van de acties, en verhalen die laten zien hoe de doelgroep de toegankelijkheid van het aanbod ervaart.
💡 TIP: Ontdek hoe je evaluatievragen omzet naar meetbare indicatoren en welke tools je daarbij het beste kunt gebruiken op de themapagina Impact en Evaluatie op Opgroeien.be. Je vindt er ook meer achtergrondinformatie over hoe je evaluatie en bijsturing systematisch aanpakt. Ook in het boek Huis van het Kind In-Zicht vind je meer over het opvolgen en evalueren van acties, resultaten en de samenwerking.
3. Hoe kan je een stap verderzetten?
Na het in kaart brengen van jullie werking en het samen reflecteren op wat goed loopt en wat sterker kan, is het tijd om te kijken: welke volgende stap zetten we?
Dat hoeft geen groot project te zijn – kleine, haalbare acties kunnen veel verschil maken.
Hier vind je 5 bouwstenen om concreet verder te bouwen.
Begrijp de noden
Jullie stemmen drempelverlagende acties af op de noden en behoeften van gezinnen! Welke stappen kunnen jullie zetten om keuzes nog meer te onderbouwen en structureel te verankeren?
- In welke mate baseren jullie nieuwe drempelverlagende acties op een systematische nodenanalyse, en hoe goed is dit proces verankerd in jullie werking?
- Combineren jullie kwantitatieve gegevens (zoals demografie en gebruikscijfers) met kwalitatieve input (zoals gesprekken en ervaringen) om een volledig en genuanceerd beeld te krijgen?
- In welke mate betrekken jullie sleutelfiguren of organisaties om kennis en inzichten te verkrijgen over gezinnen die jullie moeilijker bereiken?
Bouw aan een breed gedragen visie en doelstellingen
Jullie visie is helder! Welke stappen kunnen jullie zetten om het draagvlak in het hele netwerk te vergroten?
- Hoe sterk leeft het thema toegankelijkheid bij alle betrokkenen? Hoe kunnen jullie het engagement van iedereen bij toegankelijkheid versterken? Denk aan leden van de Algemene Vergadering en Raad van Bestuur, leden van de stuurgroep, medewerkers en vrijwilligers.
- In welke mate is er een gedeelde taal en visie rond toegankelijkheid? Hoe kunnen we dat verder ontwikkelen?
- Welke strategieën kunnen we inzetten om zowel trekkers als (vrijwillige) medewerkers van partnerorganisaties te betrekken?
💡 TIP: gebruik de carrouseloefening (pagina 48) om een gedragen visie over toegankelijkheid te ontwikkelen. Je kan deze oefening doen met bijvoorbeeld de stuurgroep of een werkgroep met vertegenwoordigers van de verschillende partnerorganisaties.
Zet begeleiders in hun kracht
Begeleiders reflecteren op hun rol en positie ten aanzien van kinderen, jongeren en gezinnen en versterken medezeggenschap! Hoe zorgen jullie ervoor dat dit dagelijkse aandachtspunten zijn en blijven voor elke begeleider?
- Hoe verankeren jullie een participatieve basishouding in jullie Huis van het Kind-werking?
- In welke mate zijn we opgeleid of ondersteund om in contact met kinderen en gezinnen te werken volgens de DECET-principes, zodat we iedereen erbij kunnen betrekken, ontwikkeling en leren stimuleren, actieve participatie mogelijk maken en bewust omgaan met vooroordelen en discriminatie?
- Hoe verankeren jullie een cultuur van reflectie en dialoog binnen jullie Huis van het Kind?
- Hoe stimuleren we individuele reflectie bij iedere medewerker?
- In welke mate creëren we ruimte voor reflectie op team- of organisatieniveau, en over organisaties heen, bijvoorbeeld via intervisie, lerende netwerken, trainingen, jobshadowing, leeruitwisselingen of samenwerkingsverbanden met andere organisaties?
💡 TIP: Gebruik de vragen uit de Grabbelbox participatie om stil te staan bij je eigen handelen, houding en visie als hulpverlener. Niet elke vraag is toepasbaar in de context van het Huis van het Kind; vertaal ze creatief naar jouw situatie of kies een andere vraag. Wil je meer weten over de kenmerken van een participatieve basishouding? Lees de visietekst van Sam vzw.
💡 TIP: Overweeg de intervisiemethode Wanda om in een intervisie een concrete situatie te onderzoeken. Wanda staat voor Waarderen, ANalyseren en DAden.
💡 TIP: Laat je inspireren door de Inspiratiebundel Samenwerken met Romagezinnen. Het is het resultaat van een lerend netwerk waarin medewerkers van de lokale teams van Kind en Gezin aan de slag gingen met de vraag: hoe kunnen we de toegankelijkheid van de dienstverlening voor Romafamilies en Woonwagenbewoners verhogen? Willen jullie zelf een lerend netwerk organiseren en begeleiden? Lees dan zeker deze leidraad.
💡 TIP: Willen jullie jobshadowing organiseren? Ga aan de slag met deze tools van Switching Talent of lees meer over de ervaringen van medewerkers uit kinderopvang en Huizen van het Kind met jobshadowing.
Versterk het draagvlak voor drempelverlagende acties
Jullie zetten SMART acties op! Welke stappen kunnen jullie zetten om hiervoor breed draagvlak te creëren?
- Wie betrekken jullie bij het analyseren van de verzamelde gegevens en verhalen over noden en drempels van kinderen, jongeren en gezinnen? Interessante vragen om het analyseproces te verdiepen:
- Welke gegevens en verhalen hebben we verzameld, en wat valt daarin op?
- Welke drempels komen het vaakst terug, en wat zeggen die over onze toegankelijkheidsuitdaging?
- Welke patronen zien we wanneer we de verschillende bronnen naast elkaar leggen?
- In welke mate betrekken we meerdere perspectieven bij deze analyse?
- Met welke medewerkers, partners of organisaties voeren we deze analyse samen uit?
- Hoe benutten we de expertise van organisaties die dicht bij de gezinnen staan, vooral die gezinnen die we minder goed bereiken?
- Wie betrekken jullie bij het verzamelen van ideeën voor acties?
- Wie beslist welke ideeën er verder worden uitgewerkt?
- Welke gezamenlijke inzichten vormen het vertrekpunt om vervolgens acties te plannen?
💡 TIP: Gebruik de methode uit de LCD-toolkit op pagina 64-68 om inspiratie en verhalen om te zetten in concrete ontwerpideeën en strategische keuzes.
💡 TIP: Structureer de brainstorm van acties aan de hand van 3 fases: een goede vraag, een divergeerfase en een convergeerfase.
Evalueer de samenwerking tussen betrokkenen
Jullie maken ruimte voor reflectie en evaluatie! Welke stappen kunnen jullie zetten om dit duurzaam te verankeren en zo de kwaliteit van jullie dienstverlening verder te versterken?
- Hoe verloopt de samenwerking tussen de betrokken partners?
- Welke partners zijn betrokken bij de toegankelijkheidsactie(s)?
- In welke mate is er draagvlak voor de actie(s) bij de verschillende betrokkenen?
- Zijn er duidelijke afspraken over wie wat doet?
- Is er voldoende ruimte om flexibel in te spelen op situaties?
- Is er ruimte om samen te overleggen, te reflecteren, te evalueren en bij te sturen?
- Voelen de medewerkers betrokken bij de uitvoering van de actie(s) zich voldoende ondersteund? Hebben ze affiniteit met en de nodige kennis over de beoogde doelgroep? In welke mate werken ze met gezinnen vanuit een participatieve basishouding?
- Leiden de analyses van de verzamelde gegevens tot duidelijke, gezamenlijke afspraken over hoe jullie verder handelen en bijsturen?
- Wie wordt betrokken bij het uitvoeren van veranderingen?
- Is er opvolging: wordt later opnieuw gekeken wat de impact van deze aanpassingen is?