Cijferrapport

Bereik en dwarsdoorsnede

Ga snel naar...

Cijfers over bereik jeugdhulp per sector en werkvormen in detail

Cijfers op maat

Ontdek welke bronnen we gebruiken voor onze kwaliteitsvolle data.

Achtergrondinformatie en documentatie
Jeugdhulp kan een verschil maken voor veel kinderen en jongeren. Eigen aan het jeugdhulplandschap is dat er veel diverse vormen van hulp en ondersteuning zijn die ook gecombineerd kunnen worden; van een laagdrempelig consult, over begeleiding tot langdurig verblijf. Dit aanbod wordt georganiseerd door diverse actoren en sectoren. In dit rapport willen we een beeld geven van het aantal unieke kinderen en jongeren die jeugdhulp kregen in 2022, opgedeeld naar de verschillende sectoren. Daarnaast kijken we ook naar leeftijd en geslacht van de kinderen in de jeugdhulp. Het tweede luik van het rapport handelt over welke hulp kinderen en jongeren krijgen en gaat dieper in op twee functies. De functie begeleiding die door alle sectoren wordt aangeboden en een beeld geeft van het aantal mobiele/ambulante begeleidingen en de functie verblijf die een beeld geeft van het aantal trajecten in de jeugdhulp waarbij een kind of jongere minstens één nacht per jaar niet thuis slaapt.

Wie krijgt jeugdhulp?

Intersectoraal beeld

Onderstaande grafiek belicht het aantal unieke kinderen en jongeren tussen 0 en 25 jaar per sector. Voor dezelfde jongere lopen soms diverse vormen van ondersteuning (in verschillende sectoren), waardoor cijfers niet opgeteld kunnen worden.

 

De eerste kolom gaat over de zorg en ondersteuning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). In 2022 bleef het bereik van het VAPH een lichte stijging te kennen: 28.248 tegenover 27.096 in 2021. Het gaat om zowel Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH, 0-21 jaar), de multifunctionele centra (MFC), individuele materiële bijstand (IMB, 0-21 jaar) en de persoonlijke assistentiebudgetten (PAB). Meer info over de ondersteuningsvormen die kinderen en jongeren kregen, kan je terugvinden bij de cijfers op maat en in het jaarverslag van het VAPH

De tweede kolom handelt over het aantal kinderen en jongeren begeleid door de kinder- en jongerenteams van de centra geestelijke gezondheidszorg (CGG). Deze zijn gestegen sinds 2020 met 29% (2020: 16.168, 2022: 20.848). Enerzijds is er in 2022 een normalisering van de werking binnen de C.G.G. na corona. Anderzijds heeft de Vlaamse Overheid geïnvesteerd in de ambulante zorg met extra nadruk op de doelgroep kinderen en jongeren (cfr. Regeerakkoord). Kinderen en jongeren vormen een belangrijke doelgroep in de reguliere werking van elk CGG. Meer info rond de verwijzers, problematieken en wachttijd kan je lezen in cijfers op maat

De derde kolom toont het aantal kinderen en jongeren geholpen door een voorziening, 18.147 in 2022 wat een lichte daling is tegenover 2021 (18.717). Dit gaat over de organisaties voor bijzondere jeugdzorg (OVBJ), onthaal-, observatie- en oriëntatiecentra (OOOC), de centra integrale gezinszorg (CIG), crisishulp aan huis (CaH), de centra kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG), de voorzieningen voor gedrags- en emotionele stoornissen plus (combinatie complexe problematieken) (Ges+) en de observatie- en behandelcentra (OBC). Sinds 2022 kennen we ook de trajecten (5.171) gelopen door de werkingen één gezin één plan, die intersectoraal zijn samengesteld en snel en laagdrempelig op hulpvragen willen inspelen. Het aparte cijferrapport 2022 over deze voorzieningen kan u hier vinden.

Pleegzorg wordt in een aparte kolom vermeld, maar behoort ook tot jeugdhulp Opgroeien. Hier zien we een duidelijk stijgende trend over jaren heen: van 8.863 in 2019 naar 10.609 in 2022 (+20%). Meer info lees je in het BINC rapport. Het betreft hier zowel lange perspectiefbiedende pleegzorg, als ondersteunende pleegzorg die stijgt over de jaren, de perspectiefzoekende daalt. 

De vertrouwenscentra kindermishandeling bereiken met hun reguliere werking ook een aanzienlijk aantal kinderen en jongeren. In 2022 waren dat er 8.480. Voor meer info kan je terecht in het geïntegreerd rapport verontrusting.

De centra algemeen welzijnswerk (CAW) begeleiden ook kinderen en jongeren met een hulpvraag (2022: 7.037; 2021: 6.916). De stijging van het aantal jongeren bij de CAW in 2021 was te verklaren door het ruimere aanbod dat de centra konden genereren dankzij een aantal ESF-projecten. Anderzijds zien we ook het effect van het lopende traject van de kindreflex waardoor de aandacht voor en de registratie van kinderen accurater gebeurt. In 2022 blijft het aantal begeleide kinderen en jongeren op hetzelfde niveau. Meer info (bvb. thematische clusters) vindt je bij cijfers op maat.  

Tenslotte valt op dat het aantal jongeren in een gemeenschapsinstelling (GI) van Opgroeien relatief beperkt is: 1.220. (1.142 in 2021). Daar gaat het om jongeren waarvan de jeugdrechter een gesloten opvang als allerlaatste optie nodig acht omwille van een delict of een heel moeilijke thuissituatie. Meer specifieke cijfers over de gemeenschapsinstellingen kan u vinden in het rapport Jeugddelinquentie.

Het bereik wordt afgezet tegenover de demografische gegevens van alle kinderen en jongeren in Vlaanderen, waarbij voor Brussel de geldende norm van 30 procent Nederlandstaligen wordt geteld, en dit ter indicatie. In totaal komen we zo aan 1.948.426 kinderen en jongeren tussen 0 en 25 jaar op 1 januari 2023 (906.473,1 0-12-jarigen; 490.503 12-18-jarigen en 551.449 18-25-jarigen). Of afgerond een kleine 2 miljoen. Het bereik van de verschillende vormen jeugdhulp schommelt daardoor tussen de 0,06 (GI) en 1,38 procent (VAPH). 

In deze grafiek kan u ook filteren op de provincie (waarbij Brussel om technische redenen bij Vlaams-Brabant is geteld) en regio 1Gezin1Plan, indien sectoraal beschikbaar.

Noot: De observatie- en behandelcentra (OBC) en de GES+ voorzieningen zijn in de loop van 2020 van het VAPH naar Opgroeien overgeheveld. Ook de werking van de CKG wordt sinds 2020 mee bij de voorzieningen jeugdhulp Opgroeien geregistreerd. Dat verklaart een aantal verschuivingen in de cijfers van 2019 en 2020.

Noot: Cijfers voor 2018 en vroeger zijn bij de betrokken sectoren niet meegenomen wegens soms een andere registratiemethode en dan moeilijk met elkaar te vergelijken.

Noot: Cijfers van de vertrouwenscentra kindermishandeling (VK) hebben betrekking op de reguliere werking. Een vertrouwenscentrum biedt advies, ondersteuning en hulp bij (vermoedens van) kindermishandeling. Een vertrouwenscentrum kan ook een opdracht Maatschappelijke Noodzaak (MaNo) krijgen, voorzien binnen de werking van integrale jeugdhulp.

Noot: de regionale cijfers van de CAW en de CGG hebben betrekking op de regionale vestiging van de centra waar de jongere wordt ondersteund. Bij het VAPH en Opgroeien gaat het om het domicilie adres van de jongere.

Aantal unieke kinderen en jongeren per geslacht

De grafiek is opgemaakt in procenten. Alle sectoren, ongeacht hun capaciteit, zijn op 100 procent gezet. Er zijn meer jongens dan meisjes die gebruik maken van zorg en ondersteuning van het VAPH of die verblijven in de gesloten jeugdinstellingen (GI). Bij het CAW en de CGG zien we dan weer iets meer meisjes dan jongens, hun aandeel is gestegen in vergelijking met 2019. 

Noot: bij laagdrempelige hulpverlening (bv. chat via VK) wordt niet altijd het geslacht geregistreerd, vandaar het balkje 'onbekend'.

Ter vergelijking: de verhouding van het aantal meisjes en jongens voor heel Vlaanderen (en Nederlandstalig Brussel met de norm van 30 procent Nederlandstaligen) is 49 procent meisjes en 51 procent jongens.

Aantal unieke kinderen en jongeren per leeftijd (2019-2022)

De jeugdhulp is er voor kinderen en jongeren van 0 tot 25 jaar. Onderstaande grafiek geeft verhoudingsgewijs per sector de verdeling aan per leeftijd. De grafiek is opgemaakt in procenten. Alle sectoren, ongeacht hun capaciteit, zijn op 100 procent gezet.

Alle sectoren en hulpvormen richten zich tot alle leeftijden, behalve de gemeenschapsinstellingen. Een jongere kan pas in een (gesloten) gemeenschapsinstelling (GI) geplaatst worden vanaf de leeftijd van 12 jaar, daar is de overgrote meerderheid (81 procent) tussen de 15 en 17 jaar. Bijna 40 procent van het aantal unieke kinderen en jongeren die de CAW bereikt is 18 jaar of ouder. Dit percentage is berekend op het totaal waarbij ook onbekend een categorie is, laat je onbekend weg dan is dit zelfs 46 procent. Die centra spelen een belangrijke rol in het begeleiden van jongvolwassenen (met onder meer hun deelwerking Jongeren Advies Centrum (JAC)). Over de jaren heen zijn de leeftijdsverdelingen vrij stabiel.


 

 

Noot: bij laagdrempelige hulpverlening (bv. chat via VK en CAW) wordt niet altijd de leeftijd geregistreerd, vandaar de balkjes 'onbekend'.

Noot: Rechtstreeks toegankelijke hulp en individuele materiële bijstand van het VAPH zijn er zowel voor minder- als meerderjarige personen met een handicap. In dit rapport is de grens op 21 jaar genomen voor deze vormen van ondersteuning. Een MFC en/of PAB is specifiek voor kinderen en jongeren met een handicap tot en met respectievelijk 21 jaar (onder voorwaarden verlengbaar tot en met 25 jaar) en tot en met 22 jaar.  Jongeren met een handicap die ook na deze leeftijd nog nood hebben aan intensieve, handicapspecifieke ondersteuning kunnen deze ondersteuning verderzetten via een persoonsvolgend budget. Het persoonsvolgend budget is een budget op maat waarmee meerderjarige personen met een handicap zorg en ondersteuning kunnen kopen binnen hun eigen netwerk, bij vrijwilligersorganisaties, bij individuele begeleiders, bij professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders. Het VAPH heeft dus wel ondersteuning aan +21-jarigen, maar aangezien dit om ondersteuning voor meerderjarigen gaat is dit niet meegenomen in dit rapport. Meer info vind je in het jaarverslag VAPH.

Welke soort jeugdhulp krijgt men?

Eigen aan de jeugdhulp is het streven naar zorg op maat.  Een jongere kan verschillende hulpvormen combineren: diagnostiek, dagopvang, verblijf, (context)begeleiding tot aangepaste therapie.

Om die reden kunnen onderstaande cijfers niet altijd opgeteld worden. De teleenheid is voornamelijk het aantal dossiers (traject door een voorziening) en niet het aantal unieke kinderen en jongeren. Jongeren kunnen in hetzelfde jaar verschillende dossiers lopende hebben per hulpvorm als er een onderbreking is en er kunnen ook meerdere dossiers zijn door combinaties met andere (inter)sectorale hulpvormen.

We bespreken hier in eerste instantie begeleiding en verblijf, de twee grootste hulpvormen.

Aantal begeleidingen (dossiers/unieke minderjarigen)

Begeleiding is een ambulante of mobiele hulp- en ondersteuningsvorm die gecombineerd kan worden met andere vormen van hulp. Hieronder staan het aantal begeleidingen per sector voor de afgelopen vier jaren, voor kinderen en jongeren tussen 0-25 jaar. De teleenheid is het aantal dossiers/zorgperiodes, behalve bij het VAPH, waarbij het gaat om unieke kinderen die begeleid zijn bij de MFC en in de Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH, 0-21 jaar).

Over alle sectoren heen zien we een stijging over de jaren heen van het aantal begeleidingen. De stijging van het aantal begeleidingen bij CGG is erg uitgesproken het afgelopen jaar. Bij de voorzieningen jeugdhulp Opgroeien zien we een lichte daling. De MFC van het VAPH zijn nog steeds niet op het niveau van voor corona. 

Daarnaast kregen 9.088 kinderen en jongeren dagondersteuning (2021: 9.146) van een voorziening van het Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Deze ondersteuningsvorm is combineerbaar met de ondersteuningsfuncties verblijf en/of begeleiding.

Noot: de cijfers van de vertrouwenscentra kindermishandeling (VK) slaan op de reguliere werking.

Noot: iedere jongere die verblijft in een jeugdhulpvoorziening van Opgroeien, een pleeggezin of een gemeenschapsinstelling krijgt ook de module begeleiding en wordt daarom hier ook meegeteld. Bij de voorzieningen erkend door het VAPH kan daar apart of gecombineerd gebruik van worden gemaakt.

Noot: de cijfers VAPH slaan op unieke kinderen en jongeren, niet op dossiers.

Aantal dossiers verblijf

Kinderen en jongeren kunnen voor kortere of langere tijd buiten hun eigen huis worden opgevangen. De redenen hiervoor zijn divers, dit heeft te maken met draaglast, draagkracht in het gezin, maar evenzeer met afstand van thuis aar behandelcentrum, etc. Dit kan in een residentiële voorziening uit diverse sectoren, een pleeggezin of internaat. Ook deze module kan gecombineerd worden met andere hulpvormen waardoor cijfers niet opgeteld kunnen worden.

Het afgelopen jaar zien we een lichte stijging bij de meeste werkvormen, behalve bij de internaten met permanente openstelling (IPO) die constant blijven en bij voorzieningen jeugdhulp Opgroeien een daling. Deze daling is veroorzaakt door enerzijds een langere verblijfsduur door complexere casussen en anderzijds personeelsgebrek in 2022.  Over de jaren heen zijn de cijfers eerder stabiel met een dalende trend bij voorzieningen jeugdhulp Opgroeien en een stijgende trend voor pleegzorg.

 

Noot: binnen de Multifunctionele centra (MFC) zijn de observatie- en behandelcentra (OBC) en de GES+ voorzieningen van het VAPH naar Opgroeien overgeheveld. Ook de werking van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG) wordt sinds 2020 mee bij de voorzieningen jeugdhulp Opgroeien geregistreerd. Dat verklaart een aantal schommelingen in de cijfers.

Noot: de cijfers VAPH slaan op unieke kinderen en jongeren, niet op dossiers.

Noot. De effecten van de corona-pandemie die zowel de instroom, doorstroom en uitstroom hebben beïnvloed zijn duidelijk zichtbaar in de cijfers van 2020. Minder opnames, maar tijdelijk ook minder beschikbare capaciteit door de nodige sanitaire maatregelen. 

Ook interessant
Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Beleidsonderbouwing
Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Opgroeien

Het team Beleidsonderbouwing bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring. 

Team Beleidsonderbouwing