VIPP-FC

Doelgroep

VIPP-FC helpt pleeggezinnen met pleegkinderen tussen 6 maanden en 6 jaar. De focus ligt op de relatie tussen pleegzorgers en pleegkinderen, door in te zetten op de sensitiviteit van de pleegzorgers. Biologische ouders worden niet betrokken.

Doel

De interventie kan zowel preventief als curatief zijn. 

Een preventieve interventie leert het gedrag van het pleegkind zien en begrijpen, en verhoogt de sensitiviteit van de pleegzorger. 

Een curatieve interventie is nodig bij problemen met ouderlijke sensitiviteit, moeilijkheden van de pleegzorgers om op een sensitieve manier grenzen te stellen, moeilijkheden in de gehechtheidsrelatie tussen pleegzorger en pleegkind en bij externaliserende gedragsproblemen bij pleegkinderen. 

Aanpak

Bij een preventieve interventie loopt 1 pleegouder per pleeggezin een VIPP-traject, bijvoorbeeld kort na de start van de plaatsing. De interventie vindt plaats bij het pleeggezin thuis. 

Een curatieve VIPP-interventie wordt ingezet bij gedragsproblemen, nood aan sensitief opvoedgedrag van pleegzorgers of om de gehechtheid tussen pleeg­zorgers en pleegkind te versterken. 

Het VIPP-FC-traject ziet de pleegzorger als expert van zijn/haar pleegkind en geeft de boodschap dat de pleegzorger belangrijk is voor het pleegkind. De pleegzorgers worden gestimuleerd tot warme interacties. Zaken die goed lopen krijgen bewust de nadruk om pleegzorgers zoveel mogelijk in hun krachten te zetten. 

Over de ontwikkelaars

Er bestaan internationaal verschillende videofeedback-interventies die zich richten op het verhogen van de sensitiviteit van pleegzorgers en de kwaliteit van gehechtheid tussen pleegkinderen en hun pleegzorgers. VIPP-FC werd ontwikkeld in Nederland (VIPP-SD International). 

In Vlaanderen koos het Kenniscentrum Pleegzorg voor VIPP-FC omdat die interventie toepasbaar is bij een ruime doelgroep (leeftijd, curatief en preventief), een sterke wetenschappelijke onderbouwing heeft en er een Nederlandstalige versie beschikbaar is. 

Besluit commissie