Huizen van het Kind

Huis van het Kind als een lokale basisvoorziening

Huizen van het Kind zijn brede samenwerkingsverbanden tussen verschillende organisaties en lokale besturen die samen als lokale basisvoorziening functioneren voor alles wat te maken heeft met opvoeden en opgroeien.

Huizen van het Kind zijn brede samenwerkingsverbanden tussen verschillende organisaties en lokale besturen die samen als lokale basisvoorziening functioneren voor alles wat te maken heeft met opvoeden en opgroeien.

Sinds medio 2019 zijn er 222 Huizen van het Kind verspreid over Vlaanderen en Brussel en daarmee bereiken we 294 gemeenten in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het overzicht van alle Huizen met contactgegevens is terug te vinden via de website www.huizenvanhetkind.be.

Huizen van het Kind hebben als gemeenschappelijk doel: “Hoe kunnen we (aanstaande) gezinnen met kinderen zo goed als mogelijk ondersteunen op lokaal vlak?” Dat is de centrale vraag waarover de partners in de samenwerkingsverbanden zich buigen. Het antwoord daarop is zeer afhankelijk van de lokale context. Ieder Huis van het Kind is anders maar toch vertonen ze veel gelijkenissen omwille van hun gemeenschappelijke ambities.

De grootste gemene deler is de ambitie om als Huis van het Kind in een samenwerkingsverband te fungeren als basisvoorziening voor gezinnen, waar je terecht kan voor alles wat te maken heeft met opvoeden en opgroeien. Dit omvat een aantal zaken zoals levensdomeinen verbinden, een gedifferentieerd aanbod ontwikkelen en een meerwaarde creëren met en voor gezinnen.

Levensdomeinen verbinden

Volgens het decreet moet een Huis van het Kind minstens preventieve gezondheidszorg (bv. consultatiebureaus), opvoedingsondersteuning en acties ter bevordering van de sociale cohesie (bv. ontmoeting) aanbieden. De levensdomeinen met impact op opvoeden en opgroeien zijn echter veel ruimer dan deze drie decretale pijlers. Geestelijk welbevinden, kinderopvang, prenatale begeleiding, huisvesting, inkomen, tewerkstelling, onderwijs, cultuur, sport,...  hebben rechtstreeks impact op de ontwikkeling van kinderen en gezinnen. Het is dan ook een belangrijke uitdaging om deze levensdomeinen te verbinden in de Huizen van het Kind. Een bevraging bij de Huizen van het Kind leert dat alle relevante levensdomeinen in meerdere Huizen van het Kind voorkomen, maar dat geen enkel Huis van het Kind ze allemaal integreert. De mate waarin en de wijze waarop men levensdomeinen verbindt hangt immers af van de lokale opportuniteiten en uitdagingen en de beleidscontext van het lokale bestuur.

Gedifferentieerd aanbod

Uit bevraging bij ouders leren we dat ze drie elementen willen vinden in een Huis van het Kind: ondersteuning, ontmoeting en activiteiten. Het is de combinatie van die drie elementen die de Huizen van het Kind tot een levendig en laagdrempelig geheel kunnen maken. Het is door die activiteiten en ontmoetingen dat ouders en kinderen het Huis van het Kind zich eigen maken. We leren uit de voorbije periode dat het element ontmoeting steeds centraler komt te staan in de Huizen van het Kind.

Meerwaarde creëren met en voor gezinnen

Een aanbod creëren met alle levensdomeinen in verweven is geen doel op zich. Om gezinnen beter te ondersteunen moet het aanbod vooral een meerwaarde opleveren. Een eerste werkpunt is het toegankelijker maken van het aanbod. De dienstverlening voor gezinnen is op dit moment te versnipperd, wat de toegankelijkheid en zichtbaarheid van de dienstverlening bemoeilijkt.

Via de Huizen van het Kind leren organisaties elkaars aanbod (en elkaars medewerkers) kennen waardoor ze gezinnen gerichter kunnen begeleiden en het aanbod afstemmen op specifieke noden.

Om de dienstverlening zichtbaarder te maken gebruiken we één label en één logo voor alle Huizen van het Kind, waarbij de particuliere organisaties hun eigen profilering kunnen behouden om zo te tonen ze dat ze verbonden en herkenbaar zijn. Dit zijn essentiële voorwaarden voor een betere samenwerking, maar dé uitdaging voor de Huizen van het Kind is om vanuit verschillende organisaties gerichter te gaan werken. Want gezinnen zien gezinsondersteuning niet meteen als iets dat sectoraal is opgedeeld. De mate waarin er meerwaarde kan gecreëerd worden hangt sterk af van de participatie van gezinnen en kinderen zelf. De inspanningsverbintenis om participatie vorm te geven is dan ook een belangrijke erkennings- en subsidievoorwaarde.

Historiek

Het concept Huizen van het Kind werd geïntroduceerd in het decreet op de Preventieve Gezinsondersteuning van 20 november 2013. De bedoeling was om tot lokale samenwerkingsverbanden te komen, waarin lokale actoren zorgden voor een gezamenlijke ondersteuning van kinderen, jongeren en gezinnen binnen de gemeente. Het decreet en het basiskader waren richtinggevend voor de uitbouw van de Huizen van het Kind.

De eerste Huizen van het Kind volgens het nieuwe decreet werden erkend en gesubsidieerd vanaf 1 januari 2015.

Om een eerste beeld te krijgen op de ontwikkelende Huizen organiseerde Kind en Gezin in 2016 een bevraging waar de overgrote meerderheid van de toenmalige Huizen aan deelnamen. Deze nulmeting over de toestand van de Huizen (wie maakt er deel van uit, wie zijn de trekkers, wat zijn de sterktes en uitdagingen...) werd gebundeld in een lijvig rapport 'Beeld op de Huizen van het Kind'.

In 2017 volgde dan de Roadmap, een document waarmee Kind en Gezin een visie wil uitdragen over de redenen waarom en de manier waarop de Huizen van het Kind sterke lokale instrumenten kunnen worden ter ondersteuning van kinderen, jongeren en gezinnen.