Verontrusting

Inschatten van een verontrustende situatie

Inschatten, dat gebeurt door een persoonlijke en dus subjectieve afweging van risicofactoren en beschermende factoren voor een specifiek gezin.

Wanneer je als professional een verontrustend gevoel ervaart, zal je de situatie die verontrusting bij je oproept – al dan niet bewust – proberen inschatten. Hoe acuut of ernstig is deze situatie? Deze inschatting stuurt je verdere acties. Zo zal een ernstigere inschatting bij jou vaak snellere en grotere acties oproepen. 

  • Risicofactoren zijn omstandigheden of kenmerken die de kans vergroten dat een kind negatieve gevolgen ondervindt van de situatie. Denk bijvoorbeeld aan eerder geweld in het gezin, een gebrek aan een sociaal netwerk, of weinig verbinding tussen gezinsleden.
  • Beschermende factoren zijn de krachten en hulpbronnen die kinderen en jongeren veerkrachtiger maken. Dat kunnen warme relaties zijn met ouders, familieleden of een leerkracht, maar ook een stabiele woonomgeving, positieve schoolse ervaringen of een sterk eigen gevoel van zelfvertrouwen bij het kind. Beschermende factoren zorgen ervoor dat een kind beter kan omgaan met moeilijke situaties en verkleinen het risico op langdurige schade. 

Als professional weeg je deze factoren ten opzichte van elkaar af. 

Het doel is om niet alleen de problemen te zien, maar vooral ook de mogelijkheden en krachtbronnen die het gezin al heeft of kan versterken. Zo krijg je een genuanceerd beeld dat je helpt om gericht en realistisch te handelen, vanuit aandacht voor waar ondersteuning nodig kan zijn én wat al goed gaat. 

Wat jij als professional verontrustend vindt, kan verschillen van hoe een collega de situatie inschat. Dat is niet vreemd, want inschatten doe je op basis van jouw eigen observaties, ervaringen en professionele waarden. Wat telt, is dat je die inschatting bespreekbaar maakt, je laat ondersteunen, en verantwoordelijkheid opneemt binnen je mandaat als professional. Zo vergroot je de kans dat het verschil voor het kind tijdig gemaakt wordt. 

Bij het inschatten van de situatie is het belangrijk om oog te hebben voor kinderen die extra kwetsbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan kwetsbaarheden die te maken hebben met maatschappelijke omstandigheden, leeftijd, handicap, gezondheid, psychosociale factoren, enzovoort. Deze kinderen lopen vaak een groter risico op negatieve gevolgen doordat ze te maken hebben met een opeenstapeling van risicofactoren. Hun signalen zijn soms minder duidelijk of moeilijker te interpreteren, waardoor het des te belangrijker is om alert en zorgvuldig te blijven handelen. 

Je kan jezelf hierbij een aantal richtvragen stellen
  • Wat weet ik zeker? Wat weet ik (nog) niet zeker?
  • Welke feitelijkheden verhogen de draaglast van dit kind? Wat lukt niet goed voor dit kind en de omgeving van dit kind?
  • Welke feitelijkheden verhogen de draagkracht van dit kind? Wat lukt goed voor dit kind en de omgeving van dit kind?
  • Wat is het effect van de situatie op het dagelijks leven van het kind?
  • Wie is er betrokken bij dit kind? Wie is nu al steunend?
  • Zijn er signalen dat de situatie verbetert of verslechtert?
  • Wat vertelt mijn eigen gevoel me? Wat zijn mijn werkhypotheses of vermoedens? 

Hulpmiddelen in dit proces

Inschatten betekent (be)oordelen of wegen, en is dus nooit objectief. Er bestaat geen toverformule die je vertelt wanneer en hoe je moet handelen. Het is wél een professionele vaardigheid die je kan trainen. Er bestaan ook een aantal hulpmiddelen die je inschatting taal en richting kunnen geven. 

Binnen het Agentschap Opgroeien wordt er bij de ondersteuningscentra en sociale diensten bijvoorbeeld gewerkt met Signs of Safety, een methodiek die veiligheid bespreekbaar maakt met gezinnen. Daarbij gelden een aantal vuistregels:

  • Oordeel of beschuldig niet, maar benoem zichtbaar gedrag.
  • Kijk naar het hele systeem, inclusief krachten en zorgen.
  • Wees transparant over je bezorgdheid en de mogelijke volgende stappen.
  • Focus op samenwerking en wat ouders en professionals samen kunnen doen om de situatie te verbeteren.

Wat je ook toepast, een instrument vervangt nooit je professionele verantwoordelijkheid. Het helpt je om gestructureerd na te denken, maar ontslaat je niet van het spreken met de kinderen, jongeren, ouders, hun familie, en met collega’s.  

Soms voel je dat het niet lukt om de situatie in te schatten. Bijvoorbeeld wanneer er meerdere complexe signalen zijn die je niet goed kent, of wanneer je het gevoel krijgt dat je geen verbinding kan maken met het gezin. In die situaties kan je beroep doen op meer gespecialiseerde organisaties, zoals het OCJ of het VK. Deze diensten zijn er niet om over te nemen, maar wel om jou te versterken in je professionele rol naar het gezin toe.

De stap naar een gemandateerde voorziening is nodig wanneer er onvoldoende bereidheid tot samenwerking is tussen jou en de kinderen, jongeren, ouders, of het gezin, of wanneer, ondanks de medewerking van het gezin, de verontrustende situatie blijft aanhouden of toeneemt.

Ook dan blijft het perspectief van de kinderen en jongeren het vertrekpunt. Samen met het gezin kan je afstemmen over wat er wél mogelijk is, zelfs als de samenwerking moeilijk loopt. Een verontrustende situatie vraagt niet altijd om zware ingrepen, wél altijd om afstemming en nabijheid. 

Je leest hier meer over in Wat kan je doen als je je zorgen maakt over een kind?