Verontrusting

Wat zijn signalen?

Een allesomvattende lijst met signalen van verontrusting of geweld is onmogelijk.

Signalen zijn immers niet altijd duidelijk. Als professional kan je signalen opmerken

  • in gedrag
  • in taal
  • in symbolen
  • op het lichaam
  • in de interactie of de context van de minderjarige
    • signalen in de ouder-kindrelatie
    • signalen bij de ouder

Je kan een onderscheid maken tussen signalen van verontrusting en signalen van geweld. 

Signalen van verontrusting zijn alle observaties, klein of groot, die ons doen twijfelen over het welzijn van het kind. Er zijn verschillende mogelijke bronnen van verontrusting:  

  • Signalen bij het kind of gezin die je niet gewoon bent van dat kind of gezin. Denk aan een kind dat gewoonlijk heel sociaal is en zich plots teruggetrokken gedraagt, of omgekeerd.
  • Gebrek aan basiszorg zoals onvoldoende hygiëne, onaangepaste kledij, of het uitblijven van medische zorgen.
  • Signalen in het contact met anderen, zoals heel teruggetrokken of net grenzeloos gedrag.
  • Fysieke letsels zoals uitslag, blauwe plekken, of een brandwonde.
  • Signalen die atypisch zijn voor een kind van die leeftijd, zoals regelmatig in slaap vallen tijdens de schooluren in het secundair onderwijs.  

Er is sprake van verontrusting wanneer je iets observeert dat niet lijkt te kloppen en waar (nog) geen goeie verklaring voor is. 

Signalen van verontrusting zijn niet altijd een teken van geweld.

Er kunnen ook andere verklaringen zijn voor jouw waarnemingen. 

Signalen van verontrusting zijn bijgevolg wél altijd een startpunt om verder te kijken naar de situatie en context.