Cijferrapport

Pleegzorg

Ga snel naar...
In sommige situaties is het aangewezen om kort en heel tijdelijk een kind of jongere op te vangen. In andere gevallen is een meer langdurige opvang de beste oplossing op maat. Pleegzorg is een warme en vaak nabije oplossing.

Aantal pleegzorgsituaties en pleegzorgdossiers

In 2022 deden 32.138 kinderen en jongeren een beroep op ondersteuning van een jeugdhulporganisatie omwille van een moeilijke thuissituatie. Hiervan vindt bijna 1/3de van de kinderen en jongeren een plek in een pleeggezin. Opnieuw kent pleegzorg een jaarlijkse stijging in het aantal pleegzorgsituaties en - dossiers (10.908 in 2022, of een stijging met 7,43 procent op basis van het totale aantal dossiers en 10.609 of een stijging met 7 procent op basis van het aantal unieke kinderen en jongeren). Op 8 jaar tijd kende pleegzorg een groei tussen de 61 (dossiers) en 62 (unieke kinderen en jongeren) procent.

De jaarlijkse stijging is geen toeval. De Vlaamse overheid zette de voorbije jaren sterk in op pleegzorg. Het (aangepaste) decreet pleegzorg heeft voor een hele dynamiek gezorgd, waardoor het vlotter én meer op maat kan worden ingezet. Pleegzorg is de eerste optie als jonge kinderen niet thuis kunnen blijven. Pleegzorg werd ook mogelijk gemaakt tot 25 jaar. Samen met de verschillende regionale pleegzorgdiensten heeft Pleegzorg Vlaanderen vzw mee aan de kar getrokken om pleegzorg bekender en aantrekkelijker te maken.

Van de 2 380 cliënten pleegzorg ouder dan 18 jaar zijn er 740 meerderjarige pleeggasten (volwassen personen met een handicap of psychiatrische problematiek die instromen binnen de volwassen-werking van de pleegzorgdiensten) die ook in Binc worden geregistreerd.

In totaal is volwassenpleegzorg goed voor 7% van alle geregistreerde pleeggasten (7,2% in 2021).

Aantal unieke kinderen en jongeren in pleegzorg

Verschillende vormen

We onderscheiden 3 grote vormen. Bij ondersteunende pleegzorg vangt een gezin een pleegkind op zolang het nodig is: een paar dagen, een paar weken, maanden of af en toe tijdens weekends en vakanties. Dat kan dus een korte aaneengesloten periode zijn, maar het kan ook een afwisselend verblijf voor meerdere korte periodes zijn. Het is een heel laagdrempelige vorm van pleegzorg die niet via de intersectorale toegangspoort verloopt, de andere twee vormen wel.

Wanneer een pleegkind langer dan een jaar in een pleeggezin woont, spreken we over langdurige of perspectiefbiedende pleegzorg. Een pleegkind kan soms vele jaren in een pleeggezin verblijven, zelfs tot wanneer het op eigen benen gaat staan. De jongere houdt wel altijd zo veel mogelijk contact met de biologische ouders.

Wanneer ouders de zorg even niet meer aankunnen, kan een pleeggezin de nodige rust brengen voor een pleegkind. Hulpverleners gaan dan samen met de ouders intensief aan de slag om hun leven weer op de rails te krijgen. Perspectiefzoekende pleegzorg duurt meestal enkele maanden. Als een terugkeer naar huis toch niet mogelijk blijkt, wordt er gezocht naar een langdurige oplossing. Andere hulpverleningsvormen kunnen ook worden ingeschakeld.

Eind 2022 zijn er 9413 pleegzorgsituaties (unieke cliënten), dat is een stijging van 8,9 procent tegenover 2021 (770 pleegkinderen extra). 

  • De grootste groep vormt perspectiefbiedende pleegzorg met 7196 pleegzorgsituaties (76,4%). Dat aandeel stijgt opnieuw licht sinds 2019.
  • De ondersteunende pleegzorg (18,5%) en de perspectiefzoekende pleegzorg (5,1%) vormen een minderheid van de pleegzorgsituaties. Het aandeel ondersteunende pleegzorg blijft stijgen. Dat van perspectiefzoekend was afgenomen de laatste jaren maar is dit jaar terug licht gestegen. Dat kan te maken hebben met foutieve registratie wegens verkeerde interpretatie rond wat onder perspectiefzoekend wordt begrepen.

Zie de onderstaande grafiek.

Om te kunnen vergelijken is het aantal unieke jongeren geteld in een pleegzorgsituatie, telkens op dezelfde dag (31 december). Omdat een jongere verschillende types pleegzorg kan benut hebben is het totaal aantal unieke kinderen verschillend van de som van de rijen.

Aantal nieuw opgestarte dossiers naar soort pleegzorg

Netwerkpleegzorg

Kinderen en jongeren in pleegzorg worden eerst opgevangen in hun eigen netwerk: een tante, grootouder, een gekend vertrouwensfiguur ... Die ‘netwerkplaatsingen’ maken ruim 66 procent uit van alle nieuwe dossiers in 2022, tegenover ongeveer 25 procent aan ‘bestandspleegplaatsingen’, waarbij een match wordt gezocht tussen een jongere en een kandidaat-gezin. Zowel 'netwerkplaatsingen' als 'bestandspleegplaatsingen' zijn stabiel gebleven t.o.v. 2021.

Sinds 2020 zien we ook een stijging van het aantal dossiers zonder beginregistratie. Het gaat hier over ‘crisis-dossiers’, waar de beginregistratie niet langer wordt ingevuld.

Vanaf 2020 beschikken we ook een eerste keer over detailcijfers wat betreft het netwerk. Meer dan 70 procent van de netwerkpleegzorg vindt plaats in het familiaal netwerk, dit is een lichte stijging tegenover de cijfers van 2021. 30 procent vindt plaats in het sociaal netwerk wat een lichte daling is ten aanzien van 2021.

Leeftijdsverdeling pleegzorg

In ongeveer de helft van de nieuw opgestarte pleegzorgsituaties gaat het om (jonge) kinderen tussen 0 en 8 jaar. De leeftijdsverdeling blijft stabiel over de jaren heen.

Behandelingspleegzorg

De diensten voor pleegzorg bieden behandelingspleegzorg aan bovenop perspectiefzoekende en -biedende pleegzorg. Zo kunnen ze de gezinnen ondersteunen bij een pleegzorgspecifieke problematiek. 

Behandelingspleegzorg wordt op 31 december 2022 ingezet bij 910 pleegkinderen of -gasten die gebruikmaken van perspectiefzoekende of perspectiefbiedende pleegzorg. Dit is een stijging tegenover vorig jaar (776), maar nog onder het niveau van 2019 en ouder. Dat is het gevolg van de striktere interpretatie van wat behandelingspleegzorg is, door de aanpassing van de regelgeving pleegzorg in 2020.

Bron: Binc

Ook interessant
Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Beleidsonderbouwing
Portret van Meten en Weten
Meten en Weten
Team Beleidsonderbouwing