Praktijk

Babytheek van Asse

Wat is het?

De babytheek: inspiratie en meerwaarde

‘Babytheek in Asse versterkt het aanbod voor gezinnen’

Wie in Asse een kindje krijgt, belandt er vroeg of laat om zijn kleine spruit te laten wegen, meten, om kleertjes te doneren of om een relaxzitje te ontlenen: op de site in de Gasthuisstraat, om de hoek bij het gemeentehuis. Daar zitten heel wat kindvriendelijke diensten samen. Bij Kind & Gezin worden borelingen gewogen en opgevolgd, in het Sociaal Huis worden gezinnen in kansarmoede ondersteund en bij het Huis van het Kind kunnen (groot-) ouders en geïnteresseerden terecht vanaf de kinderwens tot hun kind 24 jaar is. 

Sinds een jaar vind je er ook een babytheek. Dat is een uitleendienst voor babyspullen . Ouders kunnen er co-sleepers, babybadjes of buggy’s voor enkele maanden ontlenen, tot hun kindje eruit gegroeid is. Goed voor de portemonnee én voor het milieu. Centrale figuur in het Huis van het Kind is medewerker Sigrid Van den Berghe. We spreken haar over jonge gezinnen ondersteunen, veelbetekenende ontmoetingen en duurzaam ruilen en ontlenen van kinderspullen.

De Babytheek is een laatste actie in het verhaal van het Huis van het Kind in Asse. Vertel eens hoe jullie zijn opgestart? We zijn in 2015 begonnen met het Huis van het Kind. Het Huis van het Kind is er om alle ouders te ondersteunen. Je vindt hier een spel-en ontmoetingsruimte voor de allerkleinsten en er worden info-avonden en workshops georganiseerd. Ons Huis van het Kind heeft specifieke aandacht voor kwetsbare gezinnen. Omdat Asse slecht scoort qua kinderarmoede, hadden we na overleg met de relevante diensten beslist om in te zetten op materiële hulp aan jonge kwetsbare gezinnen. Dat werd een ruilwinkel, Ditjes & Datjes.

En, werkte dat goed? Ja, dat is heel snel supergoed gegaan. De ruilwinkel is bijna geëxplodeerd. (lacht) In normale omstandigheden - door corona is alles nu even anders - waren er twee openingsmomenten per week, telkens een halve dag. Al snel zaten we aan een twintigtal klanten per openingsmoment. Ook kwamen veel mensen zich spontaan aanmelden als vrijwilliger, na een oproepje in een lokaal krantje in Asse. Mensen wisten ons goed te vinden.

Hoe komt dat? Mensen gaan meer en meer bewust om met spullen, met kledij. Zeker qua babyspullen voel je als ouders heel snel dat ze daar snel uitgroeien, of dat je spullen maar voor zo een korte periode nodig hebt. En we hebben het voordeel is dat we hier in Sociaal Huis zitten. De sociale dienst kan makkelijk cliënten doorsturen. Kind & Gezin, die ook in het gebouw zitten, doen dat ook. Ik denk ook dat er gewoon wel nood aan was. Ik gok dat een kwart van de bezoekers in de ruilwinkel mensen uit de middenklasse zijn.

Hoe werkt de ruilwinkel precies? In de ruilwinkel bieden we tweedehandskledij, babymateriaal en speelgoed aan. We ontvangen veel donaties. In ruil daarvoor krijgen mensen jetons waarmee ze kleertjes kunnen aankopen. Zo hebben mensen heel goeie spullen zonder dat ze daar veel centen in moeten steken. Je kan de ruilwinkel ook een beetje delen noemen, want spullen komen er vaak terug. Ik vind dat supergoed. Naast de ruilwinkel is er ook een gezellige ontmoetingsruimte.

Wat is de meerwaarde van die ontmoetingsruimte? Onze bezoekers, vaak mama’s, leren elkaar in de winkel kennen. Daarna zetten ze zich in een zeteltje en  terwijl de kindjes spelen, werken mama’s aan hun sociaal contact. Dat is ook nodig, want er zijn heel wat gezinnen die niet veel familie hebben in de buurt. Je ziet mama’s elkaar dan vinden. Vaak zijn het mensen van dezelfde origine, maar er zijn ook toffe contacten tussen vrijwilligers en bezoekers. Hier zijn al vriendschappen ontstaan. Ik heb telefoonnummers uitgewisseld zien worden, en even later kwamen die mama’s ook echt samen naar het winkeltje.

Bij de opstart zijn jullie ook gestart met een pamperbank en een melkpoeder-dienst voor kwetsbare gezinnen. Hoe werkt dat precies? Met een financieel onderzoek bekijken we of gezinnen recht hebben op verhoogde ondersteuning. Wie daarvoor in aanmerking komt, krijgt van ons een kaartje waarmee ze iedere maand vier dozen melkpoeder gratis kunnen afhalen bij de apotheek. Voor de luiers kunnen gezinnen een pamperkaartje kopen bij ons, waarmee ze elke twee weken een pakketje kunnen ophalen van 25 pampers. Dat is niet genoeg om alle pampers te dekken, maar het helpt. De kwetsbare gezinnen krijgen ook jetons voor de ruilwinkel. Dat zijn dezelfde munten als mensen die spullen terugbrengen, niemand ziet het verschil tussen jetons die gekregen zijn of die geruild werden.

Sommige diensten zijn gratis, andere betalend. Hoe bepaal je voor welke formule je kiest? We werkten in de beginperiode samen met een ervaringsdeskundige in armoede. Zij stond ons bij met alle projectjes. Zij had bijvoorbeeld aangeraden om pamperbank niet volledig gratis te maken. Betalen geeft toch een ander gevoel. Die samenwerking met ervaringsdeskundige was een echte meerwaarde. We durven al snel vanuit ons eigen referentiekader te denken, en vloeken wel eens van ‘waarom komt die nu niet’. De ervaringsdeskundige liet ons denken in de plaats van onze bezoekers. Als je uit je huis moet of je huishuur niet kan betalen, is het niet vanzelfsprekend om langs te komen. Je moet bij die gezinnen het vertrouwen te winnen en samen met hen traject aan kunnen gaan, zonder bij een tegenslag de samenwerking stop te zetten of hen te veroordelen.

Terug naar de babytheek. Waarom beslisten jullie om die op te starten? De Transformisten (een organisatie met de missie om het brede publiek te inspireren tot een duurzame levensstijl) hadden al eens contact opgenomen met verschillende Huizen van het Kind en ze waren al eens tot hier gekomen om zich voor te stellen. Toen er bericht kwam dat er opstartbudget beschikbaar was voor nieuwe babytheken, hebben we dat gewoon gedaan. We vonden het een heel goed project.

Was het moeilijk om van start te gaan? Eigenlijk niet, omdat we ondersteuning kregen van De Transformisten. Zij hebben een opstartpakket dat zo goed als kant en klaar is. We konden hen ook altijd bellen als we niet goed wisten hoe verder moesten. En verschillende keren is er iemand tot hier gekomen om uitleg te geven, onder andere over het digitaal ontleenplatform, dat we via hen ook gratis kunnen gebruiken. Ze denken mee met ons. Toen we dachten dat we geen goede plaats hadden voor de babytheek, hebben we samen gekeken naar de ruimte en kozen we de plek.

Hoe loopt de babytheek ondertussen? Heel goed! Hoewel we op een vreemd moment zijn opgestart - in oktober vorig jaar, middenin de coronatijd - zijn er toch al een achttiental leden. Sommige spullen, zoals de co-sleeper, doen het zo goed dat we er zelfs al enkele stuks extra van hebben gekocht. Het nadeel is dat omdat wij een openbaar bestuur zijn, dat we niets tweedehands konden kopen om mee van start te gaan. Dat is een beetje jammer.

In welk opzicht verschilt de babytheek van de ruilwinkel? De doelgroep verschilt wel wat. De verhoudingen liggen er omgekeerd: in de babytheek komen we veel meer mensen uit de middenklasse, slechts een kwart heeft er sociaal tarief.

Hoe komt dat, denk je? Kwetsbare gezinnen lenen dure spullen soms liever niet. Uit schrik dat ze iets stuk gaan maken. In het reglement staat dat je dan een boete moet betalen. Er zijn nu vijf kwetsbare gezinnen klant. Sinds twee weken moeten zij hun spullen terugbrengen. Dat verliep goed, zonder erachter moeten te vragen. Maar in andere babytheken hoor dat het soms iets moeilijker loopt om spullen terug te krijgen.

Wat is er dan anders aan jullie babytheek? We hebben het voordeel dat de gezinnen ons goed kennen. Ze komen regelmatig over de vloer voor de ruilwinkel, pampers, het melkpoeder. Dat is anders een babytheek waar mensen iets ontlenen en er dan zes maanden niet meer moeten zijn.

Hoe zwaar belast de babytheek jullie dienst? Op dit moment is de werklast echt niet zwaar: ik heb er nog geen halve dag per week werk aan. We hebben niet zo heel veel leden en alles wordt ontleend voor een periode van zes maanden. Als er iets wordt ingeleverd kan ik gelukkig terugvallen op de logistieke medewerkers van de ruilwinkel. Zij kijken alles na en gaan het eventueel wassen. Tijdens de opstart was het wel even meer werk, met de aankoop van het materiaal. Alles moest gelabeld worden en in het digitaal platform worden ingevoerd. Wij hadden gelukkig een stagiaire die veel werk op zich nam. Doorheen het jaar nemen we regelmatig deel aan de ‘lerende netwerken’ die De Transformisten organiseren. Daar overleggen babytheken van over heel Vlaanderen met elkaar en leren van elkaar bij.

Wat zijn je dromen voor de toekomst? Onze babytheek is op dit moment een soort opslagruimte. Je kan er niet in rondwandelen om rond te kijken. Mensen moeten hun spullen online reserveren. Ideaal zou zijn dat onze ruilwinkel groter wordt en de babytheek erbij kan aansluiten. Dat mensen kunnen kiezen tussen alle spullen die we aanbieden. Onze grote droom is een grotere, heel toegankelijke locatie waar elk gezin zich welkom voelt en voor allerlei redenen terechtkan. Met allerhande vragen rond hun kinderen, om een koffie te drinken en een babbeltje te slaan met medewerkers, andere ouders, voor de speel-o-theek, babytheek en de ruilwinkel, voor allerlei workshops, bij Kind & Gezin,... Echt een open huis, waar iedereen zich thuis voelt.

Op korte termijn hoop ik dat we snel terug kunnen openen zonder afspraak. Dat onze bezoekers allemaal samen komen winkelen en opnieuw kunnen blijven hangen, andere mama’s ontmoeten of hun kindjes kunnen laten spelen. En ook een babbeltje slaan met de vrijwilligers. Dat mis ik nu wel.

Door Isabelle Vanhoutte voor De Transformisten vzw.

Contact: eva@detransformisten.be

Auteur

Isabelle Vanhoutte voor De Transformisten vzw

Jaar van publicatie

2021
Ook interessant