Dit kwalitatief onderzoeksproject exploreert de handelingsstrategieën van sociaal werkers in de jeugdhulp en jeugdbescherming in het omgaan met de gezinnen in armoedesituaties in Vlaanderen, beïnvloed door de risico-inschattingsmethodiek Signs of Safety.
De belangrijkste bevinding is het feit dat ze worstelen met het gegeven dat de armoede lijkt te fungeren als ‘wallpaper of practice’: de problematiek is te omvangrijk om aan te pakken en tegelijkertijd weerhoudt de Signs of Safety-benaderingswijze hen om ermee om te gaan. Meer nog, dit onderzoek toont aan dat het gehele agentschap Jongerenwelzijn, een overheidsorganisatie, intern de armoede van de gezinnen niet als een bespreekbaar onderwerp beschouwt wat uitmondt in een gebrek aan strategieën en middelen om de sociaal werkers te ondersteunen. Uitgedrukt in een metafoor, kan de armoede gezien worden als de ‘black dog’ van de jeugdhulp en jeugdbescherming (zie Winston Churchill’s weigering om zijn gemoedstoestand aan te pakken). Dit onderzoek toont aan dat het zeer relevant is om van de wijze waarop de jeugdhulpverleners omgaan met de armoede een transparant discussieonderwerp te maken.