Onderzoek naar de handelingsstrategieën van consulenten in het omgaan met risico's in armoedesituaties

Wat is het?

‘Hoe gaan consulenten van het agentschap Jongerenwelzijn in deze tijden om met de armoedeproblematiek, die in veel van hun cases voorkomt?’ Die vraag, die intern gesteld werd, ligt aan de basis van dit rapport. Het rapport komt tegemoet aan een belofte die in 2017 gedaan werd om de resultaten terug te koppelen van een onderzoek bij de medewerkers van de afdeling Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten Jeugdrechtbank (OSD) van het agentschap Jongerenwelzijn West-Vlaanderen over handelingsstrategieën die ze ontwikkelen in het omgaan met armoedesituaties. Dat onderzoek kwam er op verzoek van het agentschap Jongerenwelzijn, regio West-Vlaanderen.

Waarom is het belangrijk

De tekst die nu voorligt, betekent de afronding van een traject dat van bij het begin gesteund werd door alle betrokkenen en dat aan twee doelstellingen moest tegemoetkomen die in 2018 geformuleerd werden door de leden van het regio-overleg van de afdeling OSD van het agentschap Jongerenwelzijn, Oost- en West-Vlaanderen:

1. een grondiger zicht krijgen op de onderzoeksresultaten en een verdieping van de voorgestelde eerste bevindingen, zodat de spanningsvelden waarin de consulenten dagelijks moeten handelen in cases met gezinnen in armoede gethematiseerd worden.
2. actiepunten formuleren op basis van het onderzoek en uitzoeken hoe die actie(s) binnen en eventueel buiten het agentschap ondernomen kunnen worden met wetenschappelijke ondersteuning. Het traject moet daarbij handvatten opleveren voor de consulenten en de andere medewerkers (v/m/x) in het omgaan met gezinnen in een armoedesituatie

Hoe gebruiken

Dit rapport is als volgt opgebouwd: I

1. In een eerste deel worden de probleemstelling en de uitgangspunten geformuleerd.
2. Het tweede deel handelt over de onderzoeksmethodologie, die zowel een kwalitatief luik als een traject met een klankbordgroep omvat.
3. In het derde deel worden de bevindingen uit het kwalitatief onderzoek besproken, aangevuld met de reflecties die de klankbordgroep gedurende het hele traject leverde.
4. Traditioneel wordt een rapport afgerond met een besluit met reflecties. Dat is ook hier het geval in het vierde deel.
5. In deel vijf worden sporen voor verder onderzoek en beleid uitgetekend.
6. Tenslotte is er nog het overzicht van de referenties