Denk bijvoorbeeld aan een kind dat regelmatig naar de opvang komt met een vieze nachtluier, een kind dat geen jas meeneemt naar school op een winterdag, of een kind dat vertelt een groot geheim te hebben. Ook moeilijke verwerking van ingrijpende ervaringen zoals bijvoorbeeld een scheiding of spijbelgedrag kunnen verontrusting teweegbrengen.
Verontrusting start zelden met zekerheid. Het is vaker een subjectief aanvoelen dat het kind mogelijks niet oké is. Als professional hoef je die onzekerheid niet op te lossen voor je handelt. Integendeel: het is net dat gevoel dat je vertelt te handelen. Twijfel is geen reden om stil te vallen, maar een appel tot actie.
Als professional ben jij er voor kinderen, en dus ook voor kinderen in kwetsbare omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan jonge kinderen, kinderen met een beperking, of kinderen die opgroeien te midden van middelenmisbruik. Hun signalen worden nog te weinig gezien of geloofd. Deze signalen verdienen net éxtra aandacht, omdat ze vaker onzichtbaar blijven en omdat deze kinderen een verhoogd risico lopen op blijvende schade wanneer die signalen niet serieus genomen worden.
Lees zeker ook Waarom is aandacht voor verontrusting belangrijk?
Wat jij verontrustend vindt, kan verschillen van wat een collega denkt of voelt. Dat is normaal. De situatie is geregeld niet helder of volledig, en de inschatting gebeurt door jouw eigen ‘bril’, gevormd door je ervaringen, waarden en normen. Net daarom is het belangrijk om je gevoel te delen, te bevragen, en samen verder te kijken.
Dit betekent dat verontrusting steeds een startpunt is om jezelf vragen te stellen en iets te ondernemen. Het is belangrijk om jouw verontrusting steeds serieus te nemen.
Een verontrust gevoel is een gevoel en is dus nooit verkeerd.
Een verontrust gevoel is genoeg. Het is voldoende om in beweging te komen. Wachten op duidelijke feiten of bewijzen verhoogt immers het risico dat hulp uitblijft of te laat komt. Dit betekent dat je als professional werkt in onzekerheid, zonder volledige informatie, en zonder garantie op een goede afloop. Het vergt professionele moed: erkennen dat je bezorgd bent en stappen durven zetten.
Verontrusting betekent niet dat je als professional moet blijven zoeken tot je zeker weet wat er aan de hand is. Soms blijft een situatie onduidelijk, en moet je toch verder. De rol van een professional is niet om waarheidsbevinding te doen, maar om het gevoel van bezorgdheid te benoemen en bespreekbaar te maken - samen met collega’s, de kinderen, jongeren, en/of ouders.
Bij verontrusting is het belangrijk om stil te staan bij wat jij ziet of voelt, maar ook te overwegen wat het kind (niet) wenst, en hoe jij kan handelen in het belang van diens veiligheid en ontwikkeling. Die combinatie is niet altijd eenvoudig en leidt soms tot spanningsvelden. Denk aan een kind dat jou vertelt dat het zich thuis erg bang voelt, maar jou vraagt om dit geheim te houden. Kernwaarden van de hulpverlening botsen op dat moment: het respecteren van het verhaal van het kind, het beschermen zonder over te nemen, en het in relatie blijven zonder het onveilige te negeren.
In zulke situaties is er zelden één juiste stap. Wat helpt, is het verontrustende gevoel niet alleen te dragen. Bespreek jouw zorgen met collega’s of een aanspreekpunt binnen jouw organisatie. Leg de situatie voor in een overleg of aan een gemandateerde voorziening, zoals het ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ) of vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK). Wees transparant in je communicatie met het gezin. Niet om te controleren of iemand de waarheid spreekt, maar om duidelijk te maken dat er zorgen zijn, en dat die zorg ernstig genomen wordt. Zo blijf je in beweging, ook als je niet alles weet, en dat is precies wat kinderen nodig hebben: volwassenen die vasthouden, ook als het moeilijk is.
Lees hierover verder in Wat kan je doen als je je zorgen maakt over een kind.