Kinderopvang baby's en peuters

Cijfers op maat

Ga snel naar...

Plaatsen en locaties opvang baby's en peuters

Dit dashboard bevat kerncijfers over het opvangaanbod in de geselecteerde gemeente, zorgregio, provincie of gewest. Op elk niveau kan je de cijfers over plaatsen en locaties bekijken volgens inkomenstarief en per opvangsoort. Onder het dashboard vind je meer informatie.

Het aantal opvangplaatsen is het aantal plaatsen in vergunde opvanglocaties waar baby’s en peuters opgevangen worden. Vergunde opvanglocaties die zich uitsluitend tot schoolkinderen richten, zijn niet in het dashboard opgenomen. Lees meer cijfers over de opvang van schoolkinderen. Nog openstaande subsidiebeloften die leiden tot nieuwe plaatsen zitten ook niet in de aantallen vervat.  

De cijfers over plaatsen en locaties worden uitgesplitst naar inkomenstarief en opvangsoort: 

  • volgens inkomenstarief: een prijs op basis van het inkomen van de ouders  
    • locaties of plaatsen met inkomenstarief
    • locaties of plaatsen zonder inkomenstarief (vrije prijs) 
    • locaties IKTMIX: sinds 2020 zijn er ook locaties die in dezelfde locatie zowel plaatsen met inkomenstarief als plaatsen met vrije prijs hebben.  
  • per opvangsoort:  
    • gezinsopvang, groepsopvang en samenwerkende onthaalouders (groepsopvang). Lees meer over de verschillen. 
    • Het aantal plaatsen voor groepsopvang en voor gezinsopvang zonder sociaal statuut is het aantal plaatsen dat vermeld staat op de vergunning.
    • Voor gezinsopvang en groepsopvang samenwerking met een sui generis-statuut of onthaalouders die in een proeffase van het werknemersstatuut zitten, tellen we het aantal gesubsidieerde plaatsen. Een sui generis-statuut geeft onthaalouders (gezinsopvang) sociale rechten, maar ze zijn geen werknemer. 

Het aantal plaatsen per 100 kinderen is de verhouding van het aantal opvangplaatsen en het totaal aantal kinderen tussen 0 en 3 jaar. Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest nemen we 30% van de officiële cijfers van Statbel. Voor het Vlaamse Gewest nemen we het aantal kinderen zoals gekend in de databanken van Opgroeien. Sinds 2021 gebruiken we niet langer het aantal kinderen zoals gekend in de databank Mirage, maar wel het aantal kinderen zoals gekend in de databank van het Groeipakket. Die aanpassing heeft een beperkte impact op het algemene niveau, maar kan lokale evoluties mogelijk (deels) verklaren. 

Cijfers per gemeente over opvangplaatsen voor baby’s en peuters en aantal plaatsen per 100 kinderen

Je vindt info over het aantal plaatsen per gemeente in de Excelbestanden: 

Gebruik van formele opvang in september

Dit dashboard bevat cijfers over het aandeel kinderen dat in september van elk jaar formele opvang vergund door de Vlaamse Gemeenschap gebruikte, al dan niet in de eigen gemeente. Het dashboard telt drie pagina’s en elke pagina bevat ongeveer dezelfde indicatoren, maar telkens voor een ander geografisch niveau (gewest - provincie - gemeente). Meer informatie over de cijfers vind je onder het dashboard.

We rapporteren al enkele jaren het gebruik voor de maand september. Vroeger moesten de opvanglocaties enkel voor die maand aanwezigheden doorgeven. Tegenwoordig gebeurt de registratie voor elke maand. We kozen indertijd voor september omdat dat een maand is waar geen officiële vakantiedagen zijn en omdat het een maand is waarin veel kinderen de overstap naar het kleuteronderwijs maken.  

We benutten voor dit dashboard de aanwezigheidsregistraties op kindniveau in alle opvanglocaties (al dan niet in eigen gemeente) en drukken dat uit ten opzichte van alle kinderen die voor dat geografisch niveau gekend zijn in de databanken van Opgroeien.  

We geven de gegevens weer volgens de woonplaats van het kind. Dankzij een koppeling met het MAGDA-platform beschikt Opgroeien over officiële domiciliegegevens. Dankzij het MAGDA-platform kunnen gegevens uit authentieke bronnen op een veilige manier opgehaald worden.

Door een koppeling van databanken kunnen we het gebruik ook voorstellen volgens profielkenmerken van het gezin die Opgroeien kent via registratie in het kader van de preventieve gezinsondersteuning van Kind en Gezin. Om het gebruik te kunnen voorstellen naar kansengroep benutten we gegevens over de kansarmoedesituatie in het gezin (meer info over kansarmoede) en over de geboortenationaliteit van de moeder van het kind. Door de combinatie van de twee kenmerken kunnen we vier groepen kinderen onderscheiden: kinderen met een moeder van Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn en kinderen met een moeder van niet-Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn.

  • Om de anonimiteit van de opvanggebruikers te garanderen tonen we de gegevens voor de vier groepen enkel op gewestelijk en provinciaal niveau (zie pagina 2 van het dashboard).
  • Op gemeentelijk niveau (pagina 3 van het dashboard) tonen we de gegevens voor de kansarmoedesituatie en de origine van de moeder apart.  

De gegevens per leeftijdsklasse geven aan hoeveel kinderen per leeftijdsklasse formele opvang gebruikten in september. Dat het aandeel bij de jonge kinderen laag ligt, betekent dat heel wat van die kinderen nog niet naar de opvang gaat in september. Dat het aandeel bij kinderen ouder dan 30 maanden ook lager ligt, betekent dat al heel wat kinderen van die leeftijd de opvang verlaten hebben in september en al op school zitten. 

Het gebruik volgens opvangtype (IKT of niet) geeft weer welk aandeel van de kinderen opvang met of zonder inkomenstarief gebruiken. Een erg beperkt deel van de kinderen gebruikte in september zowel opvang met inkomenstarief als opvang met vrije prijs. 

Het gebruik volgens vergunningstype geeft weer welk aandeel kinderen van welke opvangvorm gebruikmaakt. 

Gebruik van formele opvang als terugblik in eerste levensjaren

Dit dashboard bevat cijfers over het aandeel kinderen van maximaal 3 jaar dat sinds de geboorte minstens een dag aanwezig was in de formele opvang. We blikken dus terug zodat we een beter beeld krijgen van het aandeel kinderen dat formele opvang gebruikt(e) tijdens de eerste levensjaren en van het aandeel kinderen dat (nog) geen formele opvang gebruikte. 

Het dashboard telt drie pagina’s en elke pagina bevat ongeveer dezelfde indicatoren, maar telkens voor een ander geografisch niveau (gewest - provincie - gemeente). Meer informatie over de cijfers vind je onder het dashboard.

We benutten voor dit dashboard de aanwezigheidsregistraties op kindniveau in alle opvanglocaties (al dan niet in eigen gemeente) en drukken dat uit ten opzichte van alle kinderen die voor dat geografisch niveau gekend zijn in de databanken van Opgroeien.

De cijfers hebben betrekking op kinderen die op 31 december van vorig jaar maximaal 3 jaar waren. Aangezien Opgroeien pas sinds de invoering van de kinderopvangtoeslag in januari 2019 zicht heeft op de kinderen die gebruikmaken van vergunde opvang met vrije prijs, is pas vanaf eind 2021 een terugblik mogelijk over de eerste drie levensjaren voor de gehele formele opvang.

De gegevens worden weergegeven volgens de woonplaats van het kind. Dankzij een koppeling met het MAGDA-platform beschikt Opgroeien over officiële domiciliegegevens. Dankzij het MAGDA-platform kunnen gegevens uit authentieke bronnen op een veilige manier opgehaald worden. 

Door een koppeling van databanken kunnen we het gebruik ook voorstellen volgens profielkenmerken van het gezin die Opgroeien kent via registratie in het kader van de preventieve gezinsondersteuning van Kind en Gezin. Om het gebruik te kunnen voorstellen naar kansengroep, benutten we gegevens over de kansarmoedesituatie in het gezin (meer info over kansarmoede) en over de geboortenationaliteit van de moeder van het kind. Door de combinatie van de twee kenmerken kunnen we vier groepen kinderen onderscheiden: kinderen met een moeder van Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn en kinderen met een moeder van niet-Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn.

  • Om de anonimiteit van de opvanggebruikers te garanderen, tonen we de gegevens voor de vier groepen enkel op gewestelijk en provinciaal niveau (zie pagina 2 van het dashboard).  
  • Op gemeentelijk niveau (pagina 3 van het dashboard) tonen we de gegevens voor de kansarmoedesituatie en de origine van de moeder apart.  

De gegevens per leeftijdsklasse geven aan hoeveel kinderen per leeftijdsklasse formele opvang gebruik(t)en. Aangezien we terugkijken is het logisch dat het aandeel bij de oudste kinderen hoger ligt dan bij de jonge kinderen en dat het aandeel opvanggebruikers voor de terugblik hoger ligt dan voor september. Dat het aandeel bij de jonge kinderen lager ligt, betekent dat heel wat van die kinderen (nog) niet naar de opvang gaat.  

Het gebruik volgens opvangtype (IKT of niet) geeft weer welk aandeel van de kinderen enkel opvang met inkomenstarief/enkel opvang met vrije prijs gebruikte en hoeveel procent van de kinderen zowel van IKT-, als niet-IKT-opvang gebruikmaakt(e).  

Intensiteit van het opvanggebruik

Dit dashboard bevat voor de kinderen die opvang gebruikt hebben cijfers over het aantal dagen dat ze in de formele opvang aanwezig waren. We kijken daarvoor enkel naar de kinderen die op 31 december net 3 jaar zijn. Meer informatie over de cijfers vind je onder het dashboard.

Aangezien Opgroeien dankzij de invoering van de kinderopvangtoeslag pas sinds begin 2019 op kindniveau zicht heeft op de aanwezigheden in opvanglocaties met vrije prijs, kon het aantal gebruikte opvangdagen in de eerste 3 levensjaren voor het eerst in kaart gebracht worden voor kinderen die eind 2021 3 jaar waren. Er is dus geen historiek van de jaren daarvoor. 

Aangezien het de facto gaat over de kinderen van 1 geboortemaand, nemen we in dit dashboard geen provinciale of gemeentelijke cijfers op. 

Kinderen geboren in 2019 maakten uiteraard de hele coronacrisis mee. Het aantal aanwezigheden is ongetwijfeld beïnvloed door corona.

Leeftijd bij start formele opvang

Dit dashboard bevat voor de kinderen die opvang gebruikt hebben cijfers over de leeftijd in maanden waarin ze voor de eerste keer aanwezig waren in de formele opvang. We stellen de cijfers voor per geboortejaar. Het dashboard telt twee pagina’s. Op de eerste pagina vind je de cijfers voor het gewest en de provincies. Op de tweede pagina kan je cijfers vinden per gemeente. Meer informatie over de cijfers vind je onder het dashboard.

Voor elk niveau tonen we de cijfers over de instapleeftijd ook naargelang de kansarmoedesituatie en naargelang de origine van de moeder. Door de combinatie van de twee kenmerken kunnen we vier groepen kinderen onderscheiden: kinderen met een moeder van Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn en kinderen met een moeder van niet-Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn. Om de anonimiteit van de opvanggebruikers te garanderen, tonen we de gegevens voor de vier groepen enkel op gewestelijk en provinciaal niveau (zie pagina 2 van het dashboard). Op gemeentelijk niveau (pagina 3 van het dashboard) tonen we de gegevens voor de kansarmoedesituatie en de origine van de moeder apart.  

Aangezien Opgroeien pas sinds begin 2019 op kindniveau zicht heeft op de aanwezigheden in opvanglocaties met een vrije prijs, kan de instapleeftijd voor de gehele formele opvang pas in kaart gebracht worden voor kinderen geboren vanaf 2019.  

Om volledige cijfers te kunnen schetsen, wachten we tot alle kinderen uit een geboortejaar minstens 2 jaar zijn voor we nieuwe cijfers opladen.

Kinderen in opvang naar de gemeente waarin ze wonen

In het onderstaande dashboard vind je op het niveau van een gemeente twee relevante gegevens:  

  • voor de kinderen die opvang gebruiken in een gemeente krijg je te zien in welke gemeenten ze wonen. 
  • voor kinderen die in de gemeente wonen, krijg je te zien hoeveel er opgevangen worden in de eigen gemeente en hoeveel in andere gemeenten. 

De cijfers hebben betrekking op de situatie in september.  

Opgroeien ontsloot al sinds 2018 de informatie over de woonplaats van de kinderen in de opvang, maar enkel voor de kinderen in opvanglocaties met inkomenstarief. Door de invoering van de kinderopvangtoeslag heeft Opgroeien nu op kindniveau zicht op de aanwezigheden in alle opvanglocaties. 

Dankzij een koppeling van databanken binnen Opgroeien is voor alle kinderen in de opvang voor baby’s en peuters achterhaald wat de gemeente was waar ze wonen. Aangezien die koppeling tussen databanken pas in 2022 werd gelegd, zijn de cijfers voor alle kinderen pas beschikbaar vanaf 2021. De cijfers over de jaren vóór 2021 hebben bijgevolg enkel betrekking op de kinderen in locaties met inkomenstarief. 

Daar waar het aandeel te klein is (kleiner dan of gelijk aan 1,5%) zijn de gegevens gegroepeerd en ondergebracht onder ‘andere gemeenten’. Zo blijft het diagram leesbaar.

Tariefgegevens over kinderen in opvang met inkomenstarief

In het onderstaande dashboard vind je tot op het niveau van de gemeente tariefgegevens over kinderen die gebruikmaken van opvang met inkomenstarief. Meer info over de inhoud vind je onder het dashboard. 

We stellen de cijfers voor volgens de woonplaats van het kind. Het kan dat een kind IKT-opvang gebruikt in een andere gemeente.  

Het dashboard bevat cijfers over het gemiddelde inkomenstarief en over het aantal attesten per inkomenstariefklasse, het aantal attesten en het aantal individueel verminderde tarieven. Het gaat om gegevens over de attesten die geldig zijn op 31 december van het betrokken jaar.  

Het dashboard bestaat uit drie pagina’s.  

  • Op de eerste pagina kan je de algemene cijfers vinden tot op het niveau van de gemeenten. Je kan ook gegevens bekijken over de voorgaande jaren. 
  • Op de tweede en derde pagina tonen we de gegevens over het inkomenstarief naargelang de kansarmoedesituatie en de origine van de moeder. Dat werd mogelijk dankzij een koppeling binnen Opgroeien van de opvanggegevens aan de gegevens van de preventieve gezinsondersteuning. Aangezien we die koppeling pas voor het eerst konden leggen in 2022, zijn die gegevens maar beschikbaar vanaf 2021.
  • Door de combinatie van de twee kenmerken kunnen we vier groepen kinderen onderscheiden: kinderen met een moeder van Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn en kinderen met een moeder van niet-Belgische origine die wel/niet in kansarmoede geboren zijn.  
  • Om de anonimiteit van de opvanggebruikers te garanderen, tonen we de gegevens voor de vier groepen enkel op provinciaal niveau (zie pagina 2 van het dashboard).  
  • Op gemeentelijk niveau (pagina 3 van het dashboard) tonen we de gegevens voor de kansarmoedesituatie en de origine van de moeder apart.

Starters en stoppers

Het onderstaande dashboard bevat gegevens over de locaties die in de loop van een jaar gestart of gestopt zijn en het aantal plaatsen dat daarmee gepaard ging. De cijfers zijn beschikbaar tot op het niveau van een gemeente. Meer info over de inhoud vind je onder het dashboard. 

Het dashboard geeft aan de linkerkant het aantal locaties weer dat in de loop van het jaar startte en aan de rechterkant het aantal locaties dat stopte. Zowel voor de starters als voor de stoppers geven we aan wat het vergunningstype, de rechtsvorm en de inkomenstariefregeling was en hoeveel plaatsen er gestopt/gestart zijn in de locaties.  

De historiek over starters en stoppers is beschikbaar vanaf 2014.

Het is belangrijk om op te merken dat de evolutie van het aantal plaatsen niet alleen beïnvloed wordt door de starters en de stoppers, omdat er ook in bestaande locaties plaatsen kunnen bijkomen of verdwijnen.

Opheffingen en schorsingen

Dit dashboard bevat cijfers over de locaties met een vergunning van Opgroeien die geschorst of opgeheven zijn. Je kan de data raadplegen per gewest, provincie, gemeente en vergunningstype. Het dashboard wordt maandelijks vernieuwd.

Meer uitleg vind je onder het dashboard.

Aantal locaties minstens 1 dag gesloten door schorsing of opheffing

Dit cijfer toont het aantal vergunde locaties dat minstens 1 dag werd geschorst of opgeheven in het aangeduide jaar, zoals bekend op de datum rechtsboven in het dashboard. 

Locaties die eerst geschorst en erna opgeheven werden, worden maar één keer geteld. Daarom klopt de optelsom van de individuele schorsingen en opheffingen niet met de aantallen op de eerste lijn van het dashboard.

Ook locaties die meerdere keren geschorst zijn in het aangeduide jaar, tellen maar één keer mee. 

 

Schorsingen

De cijfers geven een zicht op:

  • het aantal vergunde locaties en plaatsen dat minstens 1 dag gesloten is door schorsing in het aangeduide jaar, zoals bekend op de datum rechtsboven in het dashboard. De ingangsdatum van de geschorste periode kan in het voorgaande jaar liggen.
  • het aandeel (%) in het totale aantal vergunde locaties en plaatsen.

Geschorste locaties kunnen op het moment van rapportering weer open zijn. 

Opheffingen 

De cijfers geven een zicht op:

  • het aantal vergunde locaties dat in het aangeduide jaar definitief werd gesloten door opheffing, zoals bekend op de datum rechtsboven in het dashboard.
  • het aandeel (%) in het totale aantal vergunde locaties en plaatsen.

Gesubsidieerde plaatsen vergunde opvang

In het onderstaande dashboard vind je gegevens over: 

  • Gesubsidieerde plaatsen groepsopvang Vlaams Gewest (pagina 1/3)
  • Gesubsidieerde plaatsen groepsopvang Brussels Hoofdstedelijk Gewest (pagina 2/3) 
  • Gesubsidieerde plaatsen gezinsopvang en groepsopvang samenwerking (pagina 3/3)

Subsidies in voorbehoud of nog openstaande subsidiebeloften die leiden tot bijkomende subsidies zijn niet in de aantallen opgenomen.

Plaatsen per subsidietrap gewest en provincies 

Het onderstaande dashboard bevat gegevens over de evolutie van het aantal plaatsen per subsidietrap. De cijfers zijn beschikbaar tot op het niveau van een provincie. Meer info over de inhoud vind je onder het dashboard. 

Rapport per gemeente over context, aanbod en gebruik opvang baby’s en peuters

Opgroeien ontwikkelde samen met de cellen Data & Analyse van de provincies een gemeentelijk rapport opvang baby’s en peuters. Het rapport bundelt drie soorten gegevens:

  • Contextgegevens: evoluties van het aantal geboorten en 0- tot 2-jarigen geven inzicht in de demografische context. Daarnaast bevat het rapport informatie over de mogelijke maatschappelijke kwetsbaarheid van jonge kinderen aan de hand van indicatoren als de gezinssamenstelling, herkomst en thuistaal van de 0- tot 2-jarigen per gemeente.
  • Aanbod: het rapport bevat gegevens over het opvangaanbod voor baby’s en peuters per wijk. Het totale opvangaanbod is uitgesplitst naar vergunnings- en tarieftype. Daarnaast komt ook het aanbod aan dringende opvangplaatsen en opvangplaatsen met een pluskenmerk en het aantal gestarte en gestopte opvanglocaties aan bod.
  • Gebruik: het rapport bevat gegevens over het aandeel van de 0- tot 2-jarigen dat gebruikmaakt van opvang, hoe oud de kinderen zijn als ze starten en waar kinderen naar de opvang gaan.

Via het rapport opvang baby’s en peuters kan je het rapport voor een gemeente naar keuze bekijken.

Heel wat indicatoren zijn ook beschikbaar met meer details in de dashboards op deze pagina, maar dit rapport biedt het voordeel dat alles per gemeente wordt samengebracht, dat gemeentelijke cijfers gesitueerd kunnen worden tegenover de provinciale cijfers en dat het aanbod ook op wijkniveau getoond wordt. Het gaat om een rapport dat eenmaal per jaar bijgewerkt wordt.

Cijfers over informele opvang 

Opgroeien laat periodiek een steekproef van ouders met kinderen jonger dan 3 jaar bevragen over hun gebruik van kinderopvang om onder meer zicht te krijgen op het aandeel kinderen dat informele opvang gebruikt. De meest recente studie dateert van 2018. Toen is het gebruik van formele en/of informele opvang in kaart gebracht voor de niet-schoolgaande kinderen tussen 3 maanden en 3 jaar.  

Het gaat om antwoorden van 6594 gezinnen met een kind jonger dan 3 jaar. Alle cijfers dienen beschouwd te worden als schattingen binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval. Voor meer info en meer cijfers verwijzen we naar het onderzoeksrapport van Teppers, E., Schepers, W. & Van Regenmortel, T. (2019).

Uit de studie van 2018 bleek dat 87% van de niet-schoolgaande kinderen tussen 3 maanden en 3 jaar opvang gebruikte. 13% van de niet-schoolgaande kinderen jonger dan 3 jaar gebruikte noch formele, noch informele opvang. 10,4% gebruikte enkel informele opvang. Maar 58,2% van de niet-schoolgaande kinderen combineerde formele en informele opvang. Informele opvang bleek dus nog erg belangrijk. In totaal werd 68,7% van de niet-schoolgaande kinderen tussen 3 maanden en 3 jaar (ook) opgevangen door grootouders, andere familieleden of vrienden/kennissen, al ging het doorgaans niet om voltijdse opvang. In het onderzoek werd immers ook gevraagd naar het aantal gebruikte opvangdagen, zowel formeel als informeel. 

Van de kinderen die informele opvang gebruikten deed meer dan de helft dat minder dan 2 dagen. Dat het cijfer zo hoog ligt, heeft uiteraard te maken met het feit dat bij de (grote) groep kinderen die formele en informele opvang combineerde het gemiddelde aantal dagen informele opvang opmerkelijk lager lag. Kinderen die informele en formele opvang combineerden gebruikten gemiddeld 3,5 dagen formele opvang én 1,5 dag informele opvang per week (weekend niet inbegrepen). 

Bij kinderen die enkel gebruikmaakten van formele opvang lag het gemiddelde op 4,1 dagen opvang per week. Kinderen die enkel informele opvang gebruikten, maakten gemiddeld 3,1 dagen per week gebruik van die informele opvang.

 Cijfers van voor april 2014 (start decreet kinderopvang)

Het Excelbestand bevat gegevens over het aantal locaties en plaatsen per type voorzieningen voor de situatie van voor het decreet van 2014. Opgelet: toen werd nog niet over vergunningen gesproken en werd een onderscheid gemaakt tussen de erkende en de zelfstandige sector.

Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Beleidsonderbouwing
Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Opgroeien

Het team Beleidsonderbouwing bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring. 

Team Beleidsonderbouwing