
Wie is Lotte?
- 24 jaar, woont in Kortenaken met haar vriend
- Studeerde sociale readaptatiewetenschappen
- Werkt sinds 2022 voor Opgroeien
- Houdt van wandelen en swissjump
Wie is Hope?
- 32 jaar, woont samen met haar partner en haar zoon van 2 jaar
- Studeerde orthopedagogie, afstudeerrichting toegepaste jeugdcriminologie
- Werkt sinds 2021 voor Opgroeien
- Brengt graag tijd door met haar gezin, familie en vrienden
07:30 Opstart

Lotte: “We starten de werkweek met de mails en telefoons te beantwoorden die in het weekend zijn binnengekomen. Dinsdag is het teamvergadering. We bespreken dan de nieuwe aanmeldingen en wijzen ze toe aan een consulent. Aanmeldingen komen bij ons binnen via het parket of een algemene dienst zoals het CLB. We werken dus zonder tussenkomst van een jeugdrechter. Als consulent onderzoeken we de situatie door in gesprek te gaan met het kind of de jongere, met wie belangrijk is uit het netwerk, de school, en andere betrokkenen. Op basis daarvan geven we advies: Is er sprake van een problematische opvoedingssituatie? Is er hulpverlening nodig?"
Hope: “In principe werken we van 9 tot 17 uur, maar we zijn daar flexibel in. Elke dag ziet er anders uit en je dag kan ook plots anders lopen door een crisissituatie. In functie van het gezin plannen we een huisbezoek ’s avonds of een gesprek met de ouders op school om 8 uur ’s ochtends. Gesprekken voeren we bij de het gezin thuis, op school, in ons bureau of een andere plek zoals dus de school of voorziening . Bij elk gezin doen we minstens één huisbezoek, tenzij we dat als onveilig ingeschatten; bijvoorbeeld als er kans is op agressie.”
Lotte: “Nieuwe aanmeldingen bespreken we binnen de week op het teamoverleg. Dan bepalen we de urgentie. Zo krijg ik een eerste beeld: is het dringend of niet? We maken een eerste stappenplan en starten het maatschappelijk onderzoek. We baseren ons op gesprekken met de gezinsleden, het netwerk en andere hulpverlening. In principe hebben we 65 werkdagen om een onderzoek af te ronden, maar in de realiteit lukt dat jammer genoeg niet altijd. Na het onderzoek bespreken we alles en geven we ons advies voor de hulpverlening. Dat is altijd een beslissing van het team.”
Lotte: “We brengen de zorgen én de krachten van het gezin in kaart. We kunnen hulp niet opleggen, maar wel adviseren. Tussenkomst van het OCJ is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Als de ouders of de jongere niet willen meewerken, moeten we dat doorgeven aan het parket en neemt de sociale dienst van de jeugdrechtbank de opvolging over. We spreken van maatschappelijke noodzaak en vanaf dan beslist de jeugdrechter. Wij blijven een gezin opvolgen tot we het vertrouwen hebben dat het zonder onze tussenkomst verder kan.”

09:00 Permanentie

Hope: "Elke consulent doet één halve dag per week permanentie. Je bent dan verantwoordelijk voor de dringende vragen of meldingen. Is een jongere of gezin al bij ons bekend, dan geven die nieuwe melding door aan de betrokken consulent. Kan dat niet, dan bekijken we uiteraard wat we wél kunnen doen."
Lotte: "Recent kregen we een aanmelding van een gezin waar we ons ernstig zorgen maakten over de veiligheid en de basiszorg voor de kinderen. Omdat het zo dringend was, schakelden we snel het lokale Kind en Gezin-team in en werd een crisisinterventie opgestart. Die crisisbegeleiders gaan drie tot vijf keer thuis langs om de situatie in te schatten. Op basis van hun advies beslissen we welke verdere hulp nodig is."
13:00 Kind-oudergesprek

Lotte: "We nodigen gezinnen altijd uit voor een gesprek. Dat is niet voor iedereen evident. Het roept dan ook heel wat emoties op als je een brief krijgt van jeugdhulp. We proberen zo duidelijk mogelijk uit te leggen hoe we werken en transparant te communiceren. Dan staat het gezin er vaak wel meer voor open om samen te werken."
Hope: "De reacties van ouders verschillen sterk. Soms zijn ze opgelucht dat we erbij komen, bijvoorbeeld bij schoolverzuim of moeilijk gedrag thuis. Dan hopen ze dat onze betrokkenheid verandering brengt."
Lotte: ”Gesprekken met kinderen kunnen op verschillende plaatsen, zoals op school, thuis, of het ondersteuningscentrum jeugdzorg ... Wat het beste aanvoelt voor het kind. Een ontspannen sfeer vinden we belangrijk. We proberen de lat niet te hoog te leggen. Sommige gesprekken leveren weinig informatie op. Kinderen zijn soms bang, wantrouwig of loyaal aan hun ouders. Dan vertellen ze weinig over wat er thuis speelt. Soms vertellen ze juist verrassend veel. We gebruiken technieken zoals de ‘drie huisjes’ (uit Signs of Safety) bij kinderen of schaalvragen bij jongeren om te ontdekken hoe ze zich voelen.”
“Ik hou van de creativiteit die je in die gesprekken kan leggen. Ook al werken we met een plan, als je met kinderen praat eindig je soms in een fantasieverhaal met piraten en prinsessen.”
15:00 Adviesgesprek
Hope: "Vandaag sluit ik af met een adviesgesprek met een moeder en haar zoon die bijna 18 jaar is. Die kantelleeftijd is moeilijk. Na 18 jaar kunnen we jongeren soms niet langer opvolgen, terwijl dat bij sommigen wel nog noodzakelijk is.”
“Deze jongere woont nu opnieuw bij zijn alleenstaande moeder, maar dat loopt moeizaam; er zijn veel conflicten en structuur vasthouden is moeilijk. Hij woonde jarenlang in een leefgroep. Terug thuis wonen is niet gemakkelijk. Hij leunt nu sterk op zijn vriendin, wat ook veel druk op haar legt. Ook al wordt de jongere binnenkort 18, tijdens het gesprek probeer ik toch naar hulpverlening door te verwijzen. Ik overloop met hen de mogelijkheden van een auticoach of van TCK (Trainingscentrum Kamer Wonen of kamertraining).”

Drie snelle vragen aan Hope en Lotte
Zijn jullie graag consulent?
Lotte: "Ja, absoluut. Ik geloof echt dat we een verschil kunnen maken. Mensen een duwtje richting hulp geven, kinderen kansen bieden. Dat maakt mijn job heel waardevol. Daarnaast vind ik het fijn dat ik samen met mijn teamverantwoordelijke binnenkort onze dienst meer bekend mag maken. Zo gaan we langs in het kinderziekenhuis van Gasthuisberg Leuven, op vraag van het ziekenhuis.”
Hope: "Ja, ik vind het een boeiende job. Sinds ik mama ben, is het zoeken naar een nieuw evenwicht. Vroeger was ik flexibeler: huisbezoeken ’s avonds, overuren maken was makkelijker ... Het raakt me dan ook nog meer omdat het vaak heel dichtbij komt, zeker als het gaat over jonge kinderen. Gelukkig werk ik sinds het begin van mijn loopbaan in de jeugdhulpverlening en heb ik een manier gevonden om dingen een plaats te geven.”
Zien jullie bepaalde tendensen?
Lotte: "Ik werk hier nu drie jaar en zie steeds vaker multiproblematieken. Een hulpvraag gaat zelden nog over één probleem, zoals schooluitval. Meestal speelt er veel meer: gezinsproblemen, armoede, psychische zorgen …"
Hope: "Ik herken dat. We zien ook golven: een tijd geleden kregen we opvallend veel aanmeldingen van jonge kinderen. Vaak linken ouders of jongeren zelf hun problemen aan de voorbije coronaperiodes: isolement, stress thuis, toename van middelengebruik. Wat mij vooral opvalt, is het grote aantal hulpvragen waarin alcohol een rol speelt. En door de lange wachtlijsten krijgen we meer te maken met gezinssituaties die escaleren."
Hoe gaan jullie om met die verantwoordelijkheid?
Lotte: "Voor mij helpt het om te beseffen dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is, met ouders én met hulpverleningspartners. Ik ben niet alleen verantwoordelijk voor de veiligheid van een kind, en dat geeft rust."
Hope: "Ons team helpt me daarbij ook. We zorgen goed voor elkaar. Niet alleen professioneel, maar ook informeel. Een babbel bij de koffiemachine, een privételefoontje opvangen, iets gaan drinken samen ... Die kleine dingen zorgen ervoor dat je het niet alleen moet dragen."