Verontrusting

Wat met privacy, discretieplicht, of beroepsgeheim?

Hoe zit dat ook al weer? Wat kan ik met wie bespreken als ik me zorgen maak?

Wettelijk kader

Iedere burger dient het recht op privacy te respecteren. Dit houdt in dat je de privacy van een ander niet mag schenden. Wie werkt met (gegevens van) kinderen of gezinnen, zal daarnaast ook te maken krijgen met discretieplicht, ambtsgeheim, en/of beroepsgeheim. 

Wanneer je als professional verontrust bent, kan je je afvragen wat je mag en moet doen binnen het kader van het beroepsgeheim of de discretieplicht. Het goede nieuws is: ook binnen deze grenzen kan én mag je handelen. Het belang van het kind staat hier voorop. Dit wordt gereflecteerd in de wetgevingen die je als verontruste professional dient te volgen.

Het wettelijk kader mag geen reden zijn om bij verontrusting de situatie zomaar los te laten. 

Zorgen bespreken met kind en ouders

Het is altijd belangrijk dat je je zorgen bespreekt met het kind en indien mogelijk, ook met de ouders. Natuurlijk kan je ervan afzien om met de ouders te spreken wanneer dit tegen het belang van het kind ingaat, bijvoorbeeld als dit het kind in gevaar brengt. Maar meestal is het wenselijk voor het gezin om de ouders te betrekken in het traject dat je als professional aflegt wanneer je je ongerust maakt over een kind of jongere. 

Gezamenlijk beroepsgeheim

Bij verontrusting volg je best de richtlijnen die gelden in jouw organisatie. Spreek over jouw ongerustheden met je collega’s. Delen zij jouw bezorgdheid? Zien zij nog andere verklaringen voor de feitelijkheden? Dat helpt om waarnemingen en mogelijke interpretaties los te koppelen van elkaar. Ga dus in gesprek met jouw team en overloop samen welke stappen je kan zetten. Dit is toegelaten onder het gezamenlijk beroepsgeheim. Het gezamenlijk beroepsgeheim beschrijft dat je vertrouwelijke informatie kan uitwisselen binnen een (multidisciplinair) team of organisatie waarbinnen teamleden samenwerken aan eenzelfde opdracht

Gedeeld beroepsgeheim

Je kan ook een gezin introduceren bij een andere organisatie, bijvoorbeeld omdat jij en het gezin erover eens zijn dat zij hier baat bij hebben. Dit is toegelaten onder het gedeeld beroepsgeheim. Het gedeeld beroepsgeheim beschrijft dat je informatie kan delen over de grenzen van organisaties en teams heen, op voorwaarde dat dat in het belang is van het kind of gezin waarmee je werkt, én mits hun toestemming.

Ook een aanmelding bij een gemandateerde voorziening (VK of OCJ) bespreek je met het gezin. Het gezin dient op de hoogte te zijn van de aanmelding, het gezin dient echter niet akkoord te gaan met de aanmelding. 

Anoniem casusoverleg

Door daarnaast uit te wisselen met collega’s buiten jouw team kan het helpen om de situatie beter in te schatten of deze net te relativeren. Spreken met professionals buiten jouw eigen team kan anoniem. Je deelt geen gegevens die de identiteit van het kind of het gezin kunnen onthullen en je deelt enkel de informatie over het gezin die strikt nodig is om elkaar te begrijpen. Zo kan je bijvoorbeeld contact opnemen met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) of een Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) voor een anonieme vraag of overleg (‘consult’).  

Noodtoestand

Wanneer er sprake is van een reëel, ernstig, en acuut gevaar voor de minderjarige of anderen, dan moet je je beroepsgeheim opzij schuiven omwille van een noodtoestand. Je kan dan noodzakelijke derden betrekken omdat dat in het belang is van het kind, zoals andere (jeugd)professionals, het openbaar ministerie, of de politie. Maak in dit kader zorgvuldige notities van jouw afwegingen om je beroepsgeheim te breken, zodat je er later naar kan teruggrijpen. Bespreek je reflecties ook met je eigen team of via consult met andere collega’s.