Veelgestelde vragen over Buitenschoolse opvang en activiteiten

Boostsubsidie
Mogen de boostsubsidies gegeven worden aan organisatoren zonder kwaliteitslabel?

Ja, dat kan.  
Rond de boostsubsidies is verder niets bepaald, buiten het feit dat ze moeten gaan naar het realiseren van de BOA-opdrachten en –doelstellingen.  

Zit er ook een kleuring op de besteding van de boostsubsidie?

Neen. Het is enkel bij de BOA-subsidie dat er werd vastgelegd dat 1/3e van het budget moet gaan naar erkende kleuteropvang.  

Kan de boost-subsidie als reserve worden opgebouwd?

De boost-subsidie kan opgebouwd worden als reserve. Dit werd niet in regelgeving vastgelegd, wat wil zeggen dat dit niet gelimiteerd wordt in bedrag en tijd.  

Het is wel belangrijk een duidelijk zicht te hebben op hoe de reserves worden opgebouwd en hoe deze uiteindelijk besteed worden, ook op latere termijn.

Krijgt een lokaal bestuur sowieso de boostsubsidie?

Ja, ongeacht welke keuze een lokaal bestuur maakt – optie a of optie b – ontvangt deze de boostsubsidie. Ze zullen deze ontvangen in 2025 en in 2026. Let hierbij wel op dat voor beide jaren dit 2 verschillende bedragen zullen zijn:  

  • In 2025: 60.000 euro + 82,42 euro per kind 
  • In 2026: 39.945,21 euro + 34,03 euro per kind (tot 1/9/2026) 

Wanneer deze subsidie precies uitbetaald zal worden is nog onduidelijk gezien dit pas kan na definitieve goedkeuring van de regelgeving.  

Wanneer zal de boost-subsidie uitbetaald worden?

De conceptnota (en dus ook de snelinfo) zijn onder voorbehoud van de definitieve goedkeuring van de regelgeving door de regering.  Lokale besturen zullen pas na deze goedkeuring duidelijkheid krijgen over de timing van de uitbetalingen. 

Het besluit voor de tijdelijke subsidie (= boostsubsidie), wordt niet opgehangen aan het BOA-decreet. Hierdoor hopen we de uitbetaling van deze boostsubsidie reeds in orde te krijgen tegen de zomer.  

Moet de reserve-opbouw van de boostsubsidie opgebruikt zijn na afloop van de boost-periode?

De opgebouwde reserves kunnen meegenomen worden ook na deze boostperiode. Er wordt wel verwacht dat er duidelijk kan aangetoond worden dat deze reserves naar BOA zullen gaan.   

Het blijven namelijk middelen die enkel in BOA geïnvesteerd kunnen worden. Ze kunnen ingezet worden voor het organisatorische aspect (procesbegeleiding, coördinatiefunctie, participatietraject met het samenwerkingsverband, extra aanbod …) en voor investering in infrastructuur (multifunctioneel gebruik van infrastructuur, vergroenen van buitenruimtes, kwaliteitsvol speelmateriaal …). 

BOA-subsidie
Als een gemeente start op 1/09/2026, mag de opgebouwde reserve (van de BOA-subsidie) dan ook nog gebruikt worden of moet die besteed zijn voor 2026??

Voorlopig is hierover niets geregeld.  
Wel zijn er inhoudelijke verwachtingen verbonden aan de subsidie.  

De voormalige Vlaamse Regering heeft er bewust voor gekozen om te investeren in de lokale besturen waar de noden het hoogst zijn (hoog aantal gezinnen in kansarmoede, veel schoolkinderen, weinig huidige subsidies). Het was dan ook de verwachting dat lokale besturen binnen redelijke termijn een antwoord proberen bieden op de lokale noden en daarom acties opnamen in het meerjarenplan.  

De kans bestaat dat tijdens de verdere onderhandelingen rond de toekomstige BOA-subsidie wel maatregelen rond reserveopbouw zullen vastgelegd worden. 

Hoe is de BOA-subsidie samengesteld voor de periode 1/09/2026 t.e.m. 31/08/2031?

De BOA-subsidie bestaat uit 3 componenten:  

  1. Basisbedrag per kind 
    Kind = 60% schoolgaande kinderen + 40% inwonende kinderen; waarbij er een gemiddelde wordt genomen over 3 jaar.  
    Basisbedrag = 204,92 euro per kind
  2. Toegankelijkheid (= 10% van het BOA-budget) 
    = 88,99 euro per doelgroepkind 
    Doelgroepkind = gemiddelde van het aantal kinderen uit kwetsbare gezinnen en kinderen met een specifieke zorgbehoefte
  3. Compensatie tot en met 31/8/2031 

Alle lokale besturen die middelen verliezen op basis van hun basisbedrag worden bijgepast tot 100% van hun huidige subsidies.  

Opgroeien stelde verschillende tabellen ter beschikking waar je per lokaal bestuur de geraamde bedragen kan terugvinden.

Is er een kleuring op de besteding van de BOA-subsidie?
In het verleden was bepaald dat minstens 75% van het budget naar aanbod moest gaan, 50% naar kwaliteitslabel kleuteropvang. Is er nu een kleuring van middelen?

In de conceptnota is op p.6 te lezen dat 1/3e van de middelen (± 33%) moet ingezet worden voor kleuteropvang. 1/3e van de subsidies moet gaan naar erkend opvangaanbod waar kleuters terechtkunnen. Dit wil niet zeggen dat dit een opvang exclusief voor kleuters moet zijn, maar het moet wel duidelijk zijn dat deze opvang voorzien is op het opvangen van kleuters.  

Subsidie toegankelijkheid
Vanaf wanneer moet er aangetoond worden welke kinderen effectief bereikt worden?

In het decreet was voorzien dat voor de periode 2026 – 2030 gekeken werd naar populatiegegevens. Dit wordt nu doorgetrokken naar 2031. 

Volgens het decreet zal nadien, op basis van het al dan niet bereiken van de doelgroepen, een subsidie toegekend worden. Deze beslissing is niet gewijzigd. Op welke manier dit bereik zal moeten aangetoond worden, wordt nog uitgewerkt in het uitvoeringsbesluit.

Overgangstermijn
Wat zijn de financiële gevolgen van later starten?

De financiële gevolgen voor de keuze wanneer je start is afhankelijk van lokaal bestuur tot lokaal bestuur. Je kan beide pistes vergelijken in de online tabellen of in de individuele communicatie van april 2025. 

We benadrukken daarbij dat niet enkel de financiële impact mag meespelen bij de beslissing. Als een lokaal bestuur ervoor kiest om te starten op 1/01/2026, moeten de opdrachten van het decreet gerealiseerd zijn. 

Wanneer ben je klaar om in te stappen op 1/01/2026?

Wanneer een lokaal bestuur ervoor kiest om over te stappen in het BOA-decreet, dan betekent dit dat:  

  • er een lokaal samenwerkingsverband is dat advies kan geven
  • er een lokaal erkenningskader is, aangezien vanaf dan de subsidies vanuit Opgroeien stoppen en het aan het lokaal bestuur is om het aanbod te erkennen
  • er al erkend aanbod aanwezig is, aangezien de BOA-subsidie enkel kan gaan naar aanbod dat erkend is, 
    er moet tegen dan ook al zicht zijn op welke manier de BOA-subsidie verdeeld zal worden.  
Hoe en wanneer kan je kenbaar maken voor welke optie je als lokaal bestuur kiest?

Hiervoor wordt nog een procedure uitgewerkt. Er wordt verwacht van lokale besturen dat zij tegen 1/10/2025 beslissen voor welke optie ze kiezen. (optie a:1/9/2026 ; optie b: 1/1/2026)

Kunnen de gemeenten die al een BOA-subsidie krijgen sinds 2021 ook kiezen voor optie A of B of schakelen zij automatisch in op 1/1/2026? 

Lokale besturen die op dit moment reeds een BOA-subsidie ontvangen kunnen ook kiezen tussen beide opties.  

Van kwaliteitslabel naar erkenningskader
Zal het Vlaamse erkenningskader concreter worden in de uitvoeringsbesluiten?

Neen, de bedoeling is om het Vlaamse kwaliteitskader niet te concreet te maken zodat lokale besturen de vrijheid krijgen om dit lokaal in te vullen, waarbij ze kunnen differentiëren op basis van doelgroep en/of context. Je kan dus meerdere lokale erkenningskaders hebben. 

Het Vlaamse kader, met hierin de 6 grote kerngebieden en enkele minimale voorwaarden, kan je vinden in de snelinfo en in de conceptnota.  

Wordt er dan geen kindratio meer opgelegd?

Het is zo dat er geen minimale ratio wordt opgelegd, net omdat er op die manier ook gedifferentieerd kan worden op basis van context en/of doelgroep.  

We moedigen lokale besturen aan om binnen hun erkenningskader waar nodig hierover zaken op te nemen. Ook rond competenties van medewerkers is het aan de lokale besturen om dit mee op te nemen in het lokaal erkenningskader.  Het is aan het lokaal bestuur om mee vorm te geven aan de kwaliteit van het opvangaanbod.  

Kan je de criteria van het kleuterlabel overnemen in het lokaal erkenningskader?

Dat kan, maar als je enkel dit kader overneemt, kan dit maken dat er heel wat aanbod is waarvoor deze voorwaarden niet haalbaar zijn. Zij kunnen dan geen erkenning en BOA-subsidie krijgen. 

Wat wordt er onder kerngebied 'verbinding' verstaan?

Verbinding gaat over de verbinding tussen partners, en de brug tussen thuis-buurt-school. We kiezen ervoor om de kerngebieden niet in te vullen of te normeren, maar wel te stofferen en van meer taal te voorzien. Opgroeien werkt dit verder uit samen met de betrokken stakeholders BOA. 

Kan je als aanbod een BOA-subsidie ontvangen zonder lokale erkenning?

Neen, je kan als aanbod enkel in aanmerking komen voor een BOA-subsidie als je effectief een erkenning hebt gekregen van het lokaal bestuur. 

Met andere woorden: als het opvangaanbod niet erkend is, dan komt deze ook niet in aanmerking voor een BOA-subsidie. Het activiteitenaanbod dat via een andere instantie (Jeugd, Sport, Cultuur) al erkend is, moet geen afzonderlijke erkenning meer aanvragen bij het lokaal bestuur. 

Welke van de huidige kwaliteitsvoorwaarden worden overgenomen en welke niet?  

Lokale besturen worden verwacht een lokaal erkenningskader uit te werken. Afhankelijk van hun lokale visie rond BOA bepalen ze de voorwaarden voor een erkenning en dit minstens binnen de 6 kerngebieden die ook beschreven zijn in de snelinfo. Daarbij zijn er ook enkele minimumvoorwaarden waaraan een organisator moet voldoen, die ook opgenomen zijn in de snelinfo (bv. rond kennis van het Nederlands).    

De voorwaarden in het lokaal erkenningskader kunnen verschillen voor de doelgroep en context (bv. andere voorwaarden voor opvang kleuters vs. lagere school, korte opvang vs. lange opvang). Een lokaal bestuur mag dus verschillende voorwaarden formuleren voor verschillende types aanbod. 

Vanaf wanneer zal het kleuterlabel vervallen?

Het kleuterlabel vervalt zodra een lokaal bestuur de overstap maakt: ofwel op 1/1/2026 ofwel op 1/9/2026. Tot die tijd blijft het kleuterlabel behouden. Vanaf de overstap kunnen organisatoren een lokale erkenning aanvragen en bepaalt het lokale bestuur aan welke voorwaarden er voldaan moet worden.   

Met andere woorden: de stopzetting van het kwaliteitslabel gaat mee met de startdatum van het decreet, afhankelijk van de keuze dat het lokaal bestuur maakt.  Vanaf de start van het decreet is het lokaal erkenningskader van kracht. 

Onthaalouders
Welke regeling geldt voor de onthaalouders?

Onthaalouders met een vergunning baby's/peuters vallen momenteel nog onder regelgeving baby's/peuters (ongeacht het statuut van zelfstandige, sui generis ...). Indien zij exclusief BKO doen, vallen zij na de overgangstermijn onder het decreet BOA en zijn zij dus afhankelijk van het lokaal bestuur voor subsidies. Wanneer dit precies is hangt af van de keuze die het lokaal bestuur zal maken (1/1/2026 of 1/9/2026). 

Onthaalouders die in het verleden een erkenning hadden in plaats van een vergunning baby’s/peuters kregen ondertussen automatisch het kwaliteitslabel kleuteropvang toegekend. Zij krijgen nu nog transitiesubsidies en zijn ook na de overgangstermijn afhankelijk van het lokaal bestuur voor subsidies.