Uit onderzoeken (T. Pels) blijkt dat vaders met een migratiegeschiedenis zoekend zijn om hun vaderrol vorm te geven in een maatschappelijke context van veranderende rollen van vaders en moeders en waar meer gelijkwaardige verhoudingen tussen jongeren en volwassenen de norm zijn.
Vaders, opvoeding en diversiteit
- De definitie en invulling van vaderschap hangt samen met de sociale en culturele context waarin vaders opvoeden. Toch is de gangbare theorievorming vooral gebaseerd op onderzoek bij vaders uit de westerse middenklasse, met nadruk op dagelijkse zorg en emotionele steun (Strier & Perez-Vaisvidovsky, 2021). Dit normatieve beeld kan leiden tot stereotypering van vaders in minder geprivilegieerde groepen. Belangrijk is daarom verder te kijken dan het mainstream beeld van vaderschap.
- Bij vaders met een migratieachtergrond ligt, vooral bij de eerste generatie, vaak de nadruk op hun rol als kostwinner, moreel leidsman en vertegenwoordiger van het gezin buitenshuis, ook op school). Daarbij zijn vaders met name gericht op de oudere kinderen, de zoons voorop. Waarden als kuisheid en respect staan centraal, waarbij zij zoeken naar een balans tussen behoud van traditie en kansen voor integratie. Jongere en hoger opgeleide vaders hechten daarnaast meer belang aan dagelijkse betrokkenheid en communicatie met álle kinderen (ook de jongere kinderen) (Pels et al., 2009).
- Hun opvoedervaring wordt niet enkel gekleurd door etnisch-culturele en religieuze factoren. Ook intersectionele kenmerken als klasse (inkomen, woonbuurt) en de positie van (religieuze) minderheid (uitsluiting, discriminatie) en daarmee samenhangende institutionele ongelijkheid spelen een rol in de uitoefening en beleving van het vaderschap (Distelbrink et al., 2023).
Opvoedonzekerheid en nood aan steun
- Bij vaders met een migratieachtergrond, vooral de eerste generatie en lager opgeleiden, bestaat vaak onzekerheid over hun rol als opvoeder en de verhouding tot de moederrol. De migratiecontext vraagt hen hun rol opnieuw af te stemmen, terwijl zij weinig voorbeelden of steun uit hun eigen omgeving hebben (Distelbrink et al., 2005; Pels et al., 2012). Praktisch opgeleide vaders zijn zich minder bewust van hun invloed op de kindontwikkeling en ervaren vaker opvoedproblemen en een negatiever ouderschapsperspectief dan hoger opgeleiden (Van den Broek, Kleijnen & Keuzenkamp, 2010; Bellaart, Day & Gilsing, 2016; Pharos, 2019).
- Dit betekent niet dat hoger opgeleide of tweede generatie vaders geen behoefte aan ondersteuning hebben. Uit onderzoek blijkt dat jongere vaders zich vaak bewuster zijn van betrokken vaderschap, maar vergelijkbare vragen en uitdagingen ervaren als eerste generatie vaders (Distelbrink et al., 2021a, b; 2012a, 2015).