Positief leefklimaat

Wat bevordert de ontwikkeling van een positief leefklimaat?

Welke factoren bevorderen de organisatie van een positief leefklimaat, zoals gepercipieerd door de betrokken actoren, over sectoren heen?

In het eindrapport van de Academische Werkplaats Leefklimaat (zie ook verder bij ‘Meer inspiratie – Publicaties’) worden de factoren die de organisatie van een positief leefklimaat bevorderen, opgelijst. 

Deze worden opgedeeld in macro-, meso- en microniveau omdat de organisatie van een positief leefklimaat niet alleen zaak is van de leefgroep, maar ook van de organisatie als groter geheel en de overheid/het beleid/de maatschappij. 

We lijsten ze hier zeer beknopt op. Kijk zeker in het Eindrapport Academische Werkplaats Leefklimaat (vanaf pp 66) voor meer concrete duiding! 

Macroniveau 

  • Inzet op kleinere leefgroepen met meer personeel (max. 8 kinderen of jongeren met min. 2 begeleiders per dienst) vormt een voorwaarde voor het organiseren van kwaliteitsvolle begeleidingsmomenten voor zowel jongeren als medewerkers.  
  • (Intersectoraal) communicatiekanaal om over ‘positief leefklimaat’ te spreken en op die manier kruisbestuiving te verwezenlijken. 
  • Intern het thema ‘positief leefklimaat’ regelmatig agenderen binnen de eigen organisatie zodat het niet naar de achtergrond verdwijnt. 

 

Mesoniveau  

  • Heldere en uitgedragen organisatievisie- en missie waar expliciet aandacht besteed wordt aan het thema ‘positief leefklimaat’.  
  • Een “stabiel” leidinggevend kader. 
  • Een stabiel, hecht, goed communicerend en opgeleid team  
  • Tijd en ruimte om als begeleider in te zetten op nabijheid, relatie, 1 op 1 momenten, …  
  • Gebruik van de vragenlijsten leef- en werkklimaat (zie bij ‘Aan de slag’) 

 

Microniveau  

  • Inzet op inspraak en participatie van de cliënt  
  • Aandacht voor een propere, degelijke en sfeervolle woonomgeving  
  • Zicht op de groepsdynamiek, gecombineerd met kennis en inzet van concrete handvatten