Ouders onder stress

Hoe kan je ouders ondersteunen?

Hoe kan je mee voorkomen dat ouders onder té zware druk komen te staan en hoe breng je ouderlijke stress in gesprek?

Primaire preventie

Het is voor alle ouders zinvol om zicht te krijgen op / te mentaliseren over mogelijke energiegevers en –vreters en de manier waarop met (toekomstige) stress in het ouderschap en opvoeden kan worden omgegaan. Als professional kun je ouders helpen om hier actief en preventief bij stil te staan door: 

  • Samen te reflecteren op het toekomstige ouderschap en realistische verwachtingen van het ouderschap, de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen: hoe stel ik me dat voor? Wat denk ik dat er moeilijk zal zijn of maak ik me zorgen over? Waar heb ik vertrouwen in?
  • Het helpen zoeken naar en aanbieden van diverse bronnen van steun (bijvoorbeeld sociale steun via het informeel netwerk, via bestaand groepsaanbod in de Huizen van het Kind..., maar ook via het zoeken naar instrumentele of praktische hulp zoals hulp bij de financiële lasten, taakverdeling of opvang...)  
  • Ouders te helpen autonome keuzes te maken inzake hun ouderschap en opvoeding door ouders bv. te informeren waar mogelijk  
  • Ouders te versterken, aan te moedigen en te ondersteunen in wat goed gaat, hen aan te spreken op hun krachten en talenten, hen de kans te geven om fouten te mogen maken 
  • Structurele mogelijkheden tot (fysieke) ontspanning zoals de mogelijkheid tot spel en ontmoeting voor ouders en kinderen, het voorzien in een fysieke veilige buurt en -thuisomgeving...   

Ondersteunend materiaal

Secundaire preventie: Hoe ga je in gesprek over ouderlijke stress?

Actief bevragen

Het actief bevragen van (chronische) ouderlijke stress is een belangrijke eerste stap. Een ouder vertelt niet altijd spontaan zijn verhaal over stressbronnen. Ze kennen jou niet of zitten met andere vragen. Dat is niet erg. Maar door de vraag te stellen ‘Hoe gaat het met jou? Hoe gaat het echt met jou?’ praat de ouder er misschien nadien over met een partner, met een vriend, ...    

Zo kan de ouder mentaliseren over zijn stressniveau.   

stressniveaus

Mogelijke antwoorden van ouders op de vraag ‘Hoe gaat het met jou?’ gelinkt aan de 3 stressniveaus, wetende dat de vraag belangrijker is dan het antwoord. 

Zorgzaam opmerken en bevragen

Daarnaast kan je ook zorgzaam opmerken en bevragen wat je ziet (‘klopt het dat je de laatste tijd’...?, ‘ik merk dat je vaak’..., ‘ik heb de indruk dat je al een tijdje...’).  

Zelf rust brengen

Een andere belangrijke stap is dat je zelf mee rust kan brengen tijdens een gesprek over ouderlijke stress, zeker wanneer er ook een acute stresspiek is op het moment dat je in gesprek gaat (voorbeelden: op een plek zitten waar het rustig is, even tijd kunnen nemen, zelf niet gejaagd spreken...). Stress is besmettelijk. Nadenken en redeneren kan alleen wanneer jijzelf en ook de ouder tegenover jou, over een voldoende kalm brein beschikt. ‘Reguleren vooraleer te redeneren’ kan een helpende vuistregel zijn.  

Basishouding

Het met een welwillend oor beluisteren (actief luisteren) en mee dragen (empathie en begrip) van (de bronnen van) ouderlijke stress is dan daarbij altijd een goede basishouding (‘Vertel eens...’). Soms biedt het gewoon benoemen van en ventileren over deze (bronnen van) stress, al een zekere vorm van verlichting. Het biedt ook erkenning aan de aanwezigheid van stress en het biedt verbinding, waardoor eventuele schuld- of schaamtegevoelens kunnen zakken. (Brianda, M. E., Roskam, I., Gross, J. J., Franssen, A., Kapala, F., Gérard, F., & Mikolajczak, M. (2020). Treating parental burnout: Impact of two treatment modalities on burnout symptoms, emotions, hair cortisol, and parental neglect and violence. Psychotherapy and psychosomatics, 89(5), 330-332.)

Kom dus niet onmiddellijk met advies of oplossingen, maar neem eerst de tijd om écht te luisteren (actief luisteren) en er te zijn, vanuit een nieuwsgierige houding. Gehoord en gezien worden kan een ouder weer wat ademruimte geven om zelf de rust terug te vinden. Het actief mee luistern naar en bevestigen wat wél goed gaat is daarbij ook belangrijk (zie inzetten op draag- en veerkracht). 

“Als een omstaander tussenkomt doet die dat best vanuit een vragende, en niet normerende houding.” (Bart Soenens) 

Nodig vanuit die nieuwsgierigheid, de ouder uit een aantal thema’s in overweging te nemen zoals: 

  • De mate van steun van de andere ouder of de bredere context
  • De gebruikte strategieën om met stress om te gaan
  • De opvoedingsinteracties of opvoedingsideeën
  •  

 Let op: Niet elke ouder geeft je meteen het mandaat als hulpverlener om inkijk te mogen hebben in zijn of haar ouderlijke stress en de bronnen ervan. Besef hierbij: ‘Werk je met ouders, dan werk je met kwetsbaarheid’ (Alice van der Pas).   

De vraag ‘hoe kan ik helpen’ of ‘wat heb je nodig?’ is dan een volgende mooie, open vraag om te stellen, zowel in acute momenten van stress die je opmerkt als bij iemand die zich in de oranje of rode zone bevindt. Waarom?  

  • Het biedt verbinding vanuit een engagement om samen te zoeken naar een aanpak van de bronnen van stress 
  • Het geeft erkenning aan de aanwezige stress bij de ouder en neemt deze au serieux 
  • Het doet de ouder zélf stilstaan en keuzes maken rond aanpak van de stress  

Secundaire preventie: Hoe kan je ouders verder op weg helpen?

De aanpak van ouderlijke stress vraagt, gezien de complexe dynamieken tussen ouder, kind en de context, steeds om een systemische aanpak.  

In eerste instantie kan de balans tussen draagkracht en draaglast worden hersteld. Dit kan je doen door :  

  •  Het mee helpen verminderen van stressoren (bv. Financiële ademruimte zoeken, huisvestingsstress verminderen, familiale conflicten oplossen, schoolse moeilijkheden aanpakken, opvoedingsmoeilijkheden hanteren...)
  • Het mee helpen zoeken naar en inzetten op hulpbronnen, energierijke en waardevolle activiteiten... (praktische hulp van anderen aanvaarden, fysieke ontspanning opzoeken, versterken van de ouder-kindrelatie...) Op deze manier help je ouders om de balans te herstellen tussen stress- en herstelbronnen. 

Soms, net door de aanwezigheid van stress, zeker wanneer die erg hoog is, is het voor een ouder moeilijk om zelf nog te bedenken hoe de stress kan zakken. Je kan dan zelf mee zoeken naar mogelijkheden of suggesties doen waaruit de ouder kan kiezen, of je kan de ouder de ruimte geven om hier over na te denken en er later op terug te komen. 

Vragen die je dan vanuit een blik op psychologische basisbehoeftes van ouders kan stellen zijn bijvoorbeeld: 

  •  Wat zijn momenten waarop jij als ouder volop jezelf kan zijn in gezamenlijke activiteiten met jouw kind(eren) en waar je ook zelf van geniet? Op welke momenten ervaar je dat de activiteiten met jouw kind(eren) volledig in lijn liggen met wat je zelf belangrijk vind? Dit is een vraag naar autonomie (A).
  • Wat zijn momenten waarop jij je dicht verbonden voelt met jouw kind(eren)? Wanneer voel jij je omringd en gesteund door anderen als ouder? Dit is een vraag naar verbondenheid (B).
  • Wat zijn momenten waarop jij je bekwaam voelt om je kind(eren) te helpen? Op welke momenten voel je dat je erin slaagt om jouw doelen te bereiken als ouder? Dit is een vraag naar competentie (C). 

Om de ABC-batterij op te laden is het niet voldoende om je enkel bewust te zijn van de activiteiten die het ABC voeden. Een tweede stap is om ook actief naar deze ABC-bevredigende activiteiten op zoek te gaan. Dit kan dan door concrete actie te ondernemen en in de mate van het mogelijke voorrang te geven aan deze activiteiten. Zit je ‘s avonds bijvoorbeeld graag in de zetel met je kind(eren), maar is elk van jullie daarbij gefocust op zijn eigen smartphone? Het kan al verbindend werken om voor te stellen om samen een TV-programma te kiezen om naar te kijken. Deze acties veronderstellen geen grote veranderingen in gedrag, maar kunnen wel de behoeftes aan verbondenheid en autonomie ten goede komen.  

Wanneer ouders in een risico-zone zitten voor chronische ouderlijke stress (de ‘oranje’ fase), is het dus belangrijk om: 

  • een mentaliserende houding in te nemen waarbij de ouder de ruimte krijgt om te begrijpen wat er aan de hand kan zijn
  • om van daaruit samen richting een actieve aanpak van de dreigende chronische stress te evolueren en zo tot herstel te kunnen komen
  • het kan zinvol zijn om daarbij zelf suggesties te doen (zou het je kunnen helpen om...?). 
  • de ouder kan in deze fase eventueel ook zelf aan de slag met online tools.  

Concrete handvatten voor ouders: Tips oranje zone van Kind en Gezin.

Tertiaire preventie: Hoe kan je erger voorkomen?

Wanneer ouders in een toestand van chronische ouderlijke stress met potentiële negatieve impact op zichzelf, de ouder-kind relatie en het kind, zijn beland, is het nodig om de (toekomstige) veiligheid mee te garanderen door samen op korte termijn het gesprek aan te gaan over de aanwezigheid en impact van de chronische stress, en te zoeken naar hoe de balans tussen draaglast en draagkracht te herstellen, in functie van het welbevinden van ouder én kind.  

In deze fase zal een ouder mogelijk niet zelf makkelijk hulp toelaten en kan het zinvol zijn om de mogelijke hulp actiever aan te bieden (‘kom we gaan....’) op een manier die aansluit bij de noden van de ouder. Het kan hier nodig of wenselijk zijn om extra hulp bij te schakelen. 

Welke hulp kan ik als professional bijschakelen?

Bijschakelen naar extra hulp of externe hulpverlening kan een kwetsbaar en niet zo evident proces zijn. Toch is het mee zoeken naar gepaste hulp om stressbronnen te verlagen en bronnen van energie, ontspanning en ontlading te verhogen, een betekenisvol gebeuren. Er zijn heel wat organisaties die mee hulp en ondersteuning kunnen bieden, afhankelijk van de precieze bronnen van stress:  

  • Het CAW 
  • De inloopteams 
  • De Huizen van het Kind 
  • Het OCMW 
  • Kraamzorgcentra en Thuiszorgdiensten 
  • Het CKG 
  • … 

 

Bronnen