Andere ouders kunnen ontmoeten is voor veel ouders een bron van sociale en emotionele steun. Ouders vinden bij elkaar (h)erkenning, putten uit gedeelde ervaringen en belevingen, ontwikkelen een groter zelfvertrouwen en zelfwaardegevoel.
De informele sociale contacten kunnen duurzame relaties zijn, zodat gezinnen zich ondersteund voelen door een sterk netwerk (zoals nauwe familiebanden of vriendschapsbanden). Maar niet alleen deze nauwe banden hebben een ondersteunende waarde. Ook ontmoetingen met andere ouders kunnen als ondersteunend ervaren worden. Beide vormen van sociale steun kunnen een ondersteunende waarde hebben voor gezinnen. Het toont het continuüm van ontmoeten.
Heel wat organisaties en initiatieven zoals een consultatiebureau Kind en Gezin, een spelotheek, inloopteam, kinderopvang of een Huis van het Kind maken werk van de ontmoetingsfunctie en hebben een ontmoetingsaanbod. Dit kan zeer divers vormgegeven worden: als hoofdopdracht of nevenactiviteit, in een aparte ruimte of in een multifunctionele ruimte, begeleid door professionele medewerkers en/of door vrijwilligers. Het gemeenschappelijk doel is dat gezinnen elkaar ontmoeten en een netwerk kunnen ontwikkelen waarin ze steun kunnen ervaren van mekaar.
Het kleine ontmoeten
Ruth Soenen (2006) spreekt van het kleine ontmoeten. Zij pleit ervoor om gemeenschapsvorming niet alleen te stimuleren op basis van duurzame, diepgaande relaties, die hun plaats vooral vinden in homogene sociale groepen. Het is ook belangrijk om mensen ruimte te bieden tot ambivalentie: om te kunnen kiezen tussen
- het vermijden van sociaal contact
- of elkaar te ontmoeten.
Die gemeenschapsvorming zal vluchtiger zijn, maar ze biedt wel heel wat mogelijkheden tot relaties tussen mensen uit heel diverse groepen. Kleine, vluchtige ontmoetingen creëren de mogelijkheid van een ‘light’ versie van gemeenschap: niet-duurzame relaties die toch een vorm van behoren of ‘thuis zijn’ tot stand kunnen brengen.
Eigen aan de kleine ontmoetingen is dat ze geen verplichtingen inhouden, het is steeds een vrije keuze. Mensen kunnen praten over allerlei zaken zonder dat er plichten aan verbonden zijn. Soenen (2006) komt door haar onderzoek tot de bevinding dat kinderen één van de beste makelaars van het kleine ontmoeten zijn; zij vormen vaak aanleiding tot kleine, vluchtige gesprekjes.
De combinatie van enerzijds ervaringen kunnen delen en anderzijds een zekere afstandelijkheid kan een meerwaarde hebben voor kinderen en ouders. Plaatsen voor dit kleine ontmoeten worden gekenmerkt door
- een open karakter
- een ambivalentie tussen anonimiteit en herkenbaarheid.
Anonimiteit omdat de omgeving bevolkt wordt door onbekenden en vermijding mogelijk is. Je hoeft niet per sé te praten, je mag ook gewoon rustig zitten en anoniem blijven. Herkenbaarheid omdat je ‘herkenbare’ zaken kortstondig kan bespreken met anderen. Het open karakter houdt in dat men er voor moet waken dat kliekjes vermeden dienen te worden, en dat bepaalde ideeën of conflicten niet de bovenhand mogen krijgen.
Het decreet
Het decreet over de preventieve gezinsondersteuning erkent expliciet het belang van ontmoeting, van informele sociale netwerken en van sociale cohesie. Het is de de derde peiler.
Via de Huizen van het Kind kunnen gezinnen op die manier steun en herkenning vinden bij elkaar.
Belang van ontmoeten
Ouders hebben vaak veel vragen over de opvoeding van hun kinderen, soms voelen ze zich wat onzeker. Ouders kunnen daartoe een beroep doen op een veelheid aan opvoedingsondersteuning. Denk maar aan:
- een bezoek aan een opvoedingswinkel;
- een gesprek met vrienden of familie;
- de babysitdienst van de gezinsbond;
- een lezing, webinar, podcast, boek over opvoeden;
- vragen stellen aan professionals, zoals een medewerker van Kind & Gezin, de kinderbegeleider van de kinderopvang, een gezinscoach, een overkop-huis, etc.;
- ...
Het kan ook gaan over materiële steun, zoals:
- speelgoed uitlenen via een spelotheek, boekjes bij de bibliotheek;
- tweedehandskledij kopen bij een beurs of een ruilwinkel;
- een pamperbank;
- warme maaltijden op school;
- ...
Welke ondersteuning werkt het best? Dat is eigenlijk voor alle gezinnen anders. Er is echter 1 ondersteuningsbron die alle ouders belangrijk vinden: ‘sociale steun’.
Dat wil zeggen: ontmoetingen die ouders hebben met andere ouders worden door alle ouders als ondersteunend ervaren. Het gaat over ervaringen of zorgen kunnen uitwisselen en delen, horen of zien hoe anderen hun kinderen opvoeden, dagelijkse opvoedingsvragen delen met andere ouders, etc. Tijdens de ontmoetingsmomenten kunnen ouders zich herkennen in de ander: ‘Is het normaal dat …?’ of ‘Doet jouw kind dat ook?’.
Belang van ontmoetingen voor ouders
- een plek waar kinderen en ouders samen kunnen spelen, samen een leuke tijd beleven.
- kleine ontmoetingen en informele sociale steun, om het sociaal kapitaal van gezinnen te versterken. Dit geldt voor alle ouders, maar zeker voor ouders die een eerder klein netwerk rond zich hebben
- opvoedingsondersteuning, het versterkt hun rol als opvoeder, maar zorgt ook voor geruststelling en bevestiging in hun ouderschap
- …
Belang van ontmoeting voor kinderen
- de leefwereld van kinderen wordt uitgebreid, want kinderen komen er in contact met andere kinderen, met andere volwassenen, andere speelmogelijkheden, andere ruimtes, etc.
- verrijking van de ontwikkeling van kinderen, zo leren ze er sociale vaardigheden, zoals spelen met andere kinderen, of afstand nemen van hun eigen ouders, ze komen er in contact met het Nederlands of andere talen, etc.
- ...
Belang van ontmoeting voor de samenleving
- ouders komen er in contact met andere gezinnen, over sociaal-economische of etnisch-culturele grenzen heen
- meer sociale cohesie, warmere buurten
- ...