KOMPAS+

Doelgroep

Aanmeldingscriteria KOMPAS+:

• minderjarigen (12 tot 18 jaar);
• met een verblijf en/of woonplaats in de stad Antwerpen
• die gekend zijn voor meerdere delicten, waarvan 1 delict in de afgelopen 12 maanden werd gepleegd;
• waarbij zich op meerdere levensdomeinen problemen voordoen;
• waardoor de kans op herval zeer groot is.

Tot de doelgroep behoren zowel de jonge pleger, diens directe familieleden, als het bredere netwerk, andere familieleden, vrienden, vertrouwenspersonen en/of professionals uit de wijk.

KOMPAS+ start in de minderjarigheid, maar volgt zo lang als nodig op en loopt dus ook vaak tot in de meerderjarigheid door. De transitieleeftijd is dan ook een belangrijk speerpunt.

Doel

Delicten door minderjarige plegers stoppen en recidive in de toekomst voorkomen,

door enerzijds:

• het installeren, verstevigen en opvolgen van de zorgcoördinatie en zorgcontinuïteit voor de jongere;
• het intensief betrekken van de jongere, het gezin en zijn/haar netwerk;
• het installeren of verstevigen van het sociaal netwerk van de jongere;
• de jongere aan te spreken op de eigen verantwoordelijkheid;
• het bieden van perspectief binnen de verschillende leefdomeinen en het bevorderen van het welzijn van de jongere;

door anderzijds:

• een intensieve samenwerking en accurate informatiedeling te waarborgen tussen diensten uit de domeinen zorg/welzijn, politie/justitie, onderwijs en bestuur en deze permanent te monitoren en optimaliseren;
• hiaten in de huidige aanpak van jonge delictplegers bloot te leggen en beleidssignalen te formuleren;
• in te zetten op nieuwe methodieken die worden ontwikkeld op maat van de doelgroep.

Aanpak

1. Onthaal en intake

Een betrokken partner die oordeelt dat een jonge delictpleger met een multiproblematiek baat zou hebben bij opvolging door KOMPAS+, bespreekt dit met de jongere en diens ouders. De aanmelder duidt de werking van KOMPAS+ en brengt de hulpvragen in beeld.

Voor jongeren die niet onder toezicht staan van de jeugdrechter, start het traject enkel mits expliciete toestemming door middel van een schriftelijk akkoord. Bij afwezigheid van motivatie tot medewerking dient de aanmelder dit duidelijk te benoemen bij de aanmelding. De aanmelder verstuurt vervolgens de aanmelding naar KOMPAS+.

De operationeel coördinator controleert of de aanmelding voldoet aan de criteria en bevraagt parket m.b.t. de toepassing van het artikel 458ter SW[1]. Het openbaar ministerie dient in elke casus na te gaan of voldaan is aan de voorwaarden voor casusoverleg zoals bepaald in art. 458ter SW.

De operationele coördinator doet eveneens een aanvraag bij het Bureau voor Juridische Bijstand voor de aanstelling van een jeugdadvocaat (indien er nog geen advocaat is), of brengt de reeds aangestelde advocaat op de hoogte.

1. Dossiervorming

Dossiers worden multidisciplinair besproken tijdens een casusoverleg (het zogenaamde operationeel teamoverleg). De leden van het operationeel team nemen deel. Ook medewerkers van overige samenwerkingspartners en/of de aanmelder kunnen ad hoc deelnemen.

Voor elke aangemelde casus wordt er tijdens het operationeel teamoverleg informatie vanuit verschillende bronnen (de ketenorganisaties) verzameld om tot een totaalbeeld te komen ter voorbereiding op de weging. 

1. Weging

Na de dossiervorming gaat het operationeel team over tot de weging van het dossier. Het weeginstrument KOMPAS+ wordt ingevuld, waardoor een duidelijk en volledig beeld ontstaat over mogelijke risicofactoren per levensdomein

1. Casusregie

Deze fase heeft als doel een detailuitwerking en concrete consensus van het plan van aanpak op te stellen met de betrokken jongere, diens ouders en reeds betrokken organisaties, onder regie van de casusregisseur. Hij houdt het overzicht over het dossier, stemt met alle in het dossier betrokken diensten af, informeert (indien van toepassing) de consulent, en vormt het aanspreekpunt voor jongere, context en de betrokken diensten.

1. Uitvoering

De casusregisseur organiseert een ronde tafel met de jongere en diens advocaat, diens ouders, eventueel andere familieleden die een ondersteunende rol kunnen opnemen en de reeds betrokken of nog op te starten hulpverlening. Het doel van dit KOMPAS+ overleg is de opmaak van een plan van aanpak waarin per levensdomein concrete en haalbare doelen worden geformuleerd. Om de 3 maanden volgt er een opvolgoverleg waarbij de doelen geëvalueerd en aangepast kunnen worden.

In dit proces monitort en coördineert de casusregisseur het traject en stuurt bij waar nodig, dit steeds in onderlinge afstemming met alle betrokkenen.

1. Evaluatie en nazorg

Wanneer de doelen uit het laatste plan van aanpak behaald zijn en er de voorbije 6 maanden geen delicten meer gepleegd werden, organiseert de casusregisseur een evaluatieoverleg. Hierna start de nazorgfase voor een gemiddelde periode van 6 maanden. Wanneer er gedurende de nazorgfase geen indicaties zijn om een KOMPAS+ begeleiding herop te starten volgt er een eindgesprek. De casusregisseur evalueert het KOMPAS+ traject met bijzondere aandacht voor de beleving van de jongere en diens ouders, de samenwerking tussen de betrokken partners en de effecten van de geleverde interventies. 

[1] Zie artikel 458 ter van het Strafwetboek §5.1 p. 10

Over de ontwikkelaars

KOMPAS+ werd opgestart en ontwikkeld vanuit het partnerschap en de verschillende ketenpartners, en wordt ondersteund door de stad Antwerpen.

Het weeginstrument KOMPAS+ is gebaseerd op het empirisch onderbouwde risicotaxatie-instrument SAVRY (Structured Assessment of Violence Risk in Youth).