Gehoor

Vlaams, Brussels en provinciaal niveau

Ga snel naar...

Kind en Gezin registreert voor alle kinderen de afname en de resultaten van de gehoortest. In de meeste gevallen voert Kind en Gezin de gehoortest uit. Dan spreken we van een interne gehoortest. Een ziekenhuis kan ook de gehoortest uitvoeren bij de opname van een kind. Dan spreken we van een externe gehoortest.

De data (bereik, resultaten …) worden ontsloten tot op provincieniveau en worden waar nuttig weergegeven voor enkele relevante profielkenmerken van het kind.

De grafieken zijn dynamisch. De cijfers passen zich dus aan de keuze die je maakt qua jaar en geografisch gebied aan.

Aantal interne gehoortesten

De onderstaande grafiek geeft het aantal door Kind en Gezin binnen een kalenderjaar uitgevoerde interne gehoortesten weer. De data gaan enkel over interne gehoortesten (dus afgenomen door Kind en Gezin). De externe gehoortesten (dus uitgevoerd door een ziekenhuis) zitten niet in de cijfers.

Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau.

Bereik gehoortest

Aandeel borelingen dat minstens één gehoortest kreeg

De gehoortest kan intern (door Kind en Gezin) afgenomen worden of extern (door een ziekenhuis). Een kind kan ook niet bereikt zijn met de gehoortest, als er geen test aangeboden werd of als de ouder de test weigerde.

De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau en voor verschillende jaren.

Voor Vlaanderen berekenen we het bereik als de verhouding tussen het aantal kinderen uit geboortejaar x dat een gehoortest kreeg en het totale aantal kinderen uit dat geboortejaar. Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kunnen we niet dezelfde berekeningswijze hanteren, omdat heel wat kinderen van wie we de geboorte kennen niet bij Kind en Gezin, maar privé of door het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) opgevolgd worden. Voor Brussel hanteren we daarom als noemer de kinderen die minstens een huisbezoek of consult van Kind en Gezin kregen.

We zien in de cijfers een toename van het bereik voor geboortejaar 2019. Het aandeel kinderen dat een gehoortest kreeg is toegenomen, maar dat is vooral het gevolg van een betere opvolging van de correcte registratie van de door Kind en Gezin uitgevoerde testen.

Evolutie aandeel borelingen dat minstens één gehoortest kreeg

Bereik gehoortest naar kenmerken van de kinderen

De grafiek geeft het aandeel borelingen weer bij wie er minstens één gehoortest werd uitgevoerd. Dat kan zowel een interne (door Kind en Gezin) als een externe (door een ziekenhuis) test zijn. Hett aandeel borelingen wordt opgedeeld naar relevante profielkenmerken:

  • Bereik kansengroepen: In welke mate bereiken we kansengroepen met de gehoortest? We maken een onderscheid naargelang de origine (=geboortenationaliteit) van de moeder van het kind (Belg of niet Belg) en naargelang het kind in kansarmoede opgroeit of niet. We vergelijken dus niet-kansarme Belgische kinderen met kansarme Belgische kinderen en met kinderen met een niet-Belgische moeder (zowel kansarme als niet-kansarme). Van minder dan 9% van de kinderen kunnen we niet afleiden tot welke kansengroep ze behoren omdat er gegevens ontbreken over origine of kansarmoede. Die groep kinderen is opgenomen onder de kansengroep ‘Niet gekend’.
  • Bereik prematuriteit: In welke mate bereiken we kinderen die prematuur geboren zijn met een gehoortest?
  • Bereik NICU: In welke mate krijgen kinderen die op de NICU verblijven een gehoortest?
  • Bereik pariteit: In welke mate bereiken we kinderen naargelang hun plaats in de kinderrij met een gehoortest?

De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind.

Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau. Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bekijken we het bereik ten opzichte van de kinderen die minstens een huisbezoek of consult kregen.

Resultaat gehoortest

De grafiek geeft het aandeel geteste kinderen weer (zowel de interne als externe gehoortesten) naar het resultaat van de eerste twee testen.

Het gevolgde protocol voorziet in een 2-staps-screening. Als het resultaat van de eerst afgenomen test afwijkend is (refer), gebeurt er enkele dagen later een controletest. Als de controletest het afwijkende resultaat bevestigt, wordt het kind doorverwezen naar een referentiecentrum diagnostiek voor verder onderzoek.

De mogelijke resultaten van de screening zijn dus 'geslaagd na 1 gehoortest', 'geslaagd na 2 gehoortesten' of 'te verwijzen'. In de groep 'te verwijzen' zitten alle kinderen voor wie het resultaat van de eerste gehoortest en de controletest afwijkend is, ongeacht of er op die verwijzing werd ingegaan of ongeacht of er nog verdere testen gebeurd zijn. 

De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau.

Resultaat gehoortest naar kenmerken van de kinderen

De grafiek geeft het aandeel geteste kinderen weer (zowel de interne als externe gehoortesten) naar het resultaat van de eerste twee testen. De mogelijke resultaten van een gehoortest zijn 'geslaagd na 1 gehoortest', 'geslaagd na 2 gehoortesten' of 'te verwijzen'.

In de groep te verwijzen zitten alle kinderen voor wie het resultaat van de eerste gehoortest en de controletest afwijkend is, ongeacht of er op die verwijzing werd ingegaan of ongeacht of er nog verdere testen gebeurd zijn. Het aandeel geteste kinderen bekijken we vanuit het kenmerk van het kind.

Mogelijke kenmerken

  • Kansengroepen: We maken een onderscheid naargelang de origine (=geboortenationaliteit) van de moeder van het kind (Belg of niet Belg) en naargelang het kind in kansarmoede opgroeit of niet. We vergelijken dus niet-kansarme Belgische kinderen met kansarme Belgische kinderen en met kinderen met een niet-Belgische moeder (zowel kansarme als niet-kansarme). Van minder dan 9% van de kinderen kunnen we niet afleiden tot welke kansengroep ze behoren omdat er gegevens ontbreken over origine of kansarmoede. Die groep kinderen is opgenomen onder de kansengroep ‘Niet gekend’. 
  • Prematuriteit: Dat zijn kinderen geboren voor een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken.
  • NICU: Dat zijn kinderen die op de Neonatale Intensieve Zorgenafdeling zijn opgenomen.
  • Pariteit: Pariteit geeft weer wat de rang van het kind is bij de moeder.

De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau.

Leeftijd kinderen bij gehoortest

Tijdstip van de eerste gehoortest

Het gaat hier over een interne gehoortest (afgenomen door Kind en Gezin). Het resultaat kan driedelig zijn: getest voor 21 dagen, getest tussen 21 en 28 dagen en getest na 28 dagen.

We proberen de gehoortest af te nemen voor de 21e levensdag van het kind. Internationale richtlijnen vragen het gehoor van kinderen te testen voor 1 maand. Enkel door tijdig te testen kan de diagnose van aangeboren gehoorverlies vroeg genoeg gesteld worden (voor 3 maanden). Dat garandeert dat de behandeling en revalidatie op zeer jonge leeftijd kan starten, wat de beste kansen geeft voor de taal en spraakontwikkeling van deze kinderen. (Principles and Guidelines for Early Hearing Detection and Intervention Programs, Joint Committee on Infant Hearing, Pediatrics October 2007, VOLUME 120 / ISSUE 4)

Intern onderzoek bij Kind en Gezin toonde aan dat als de test afgenomen wordt voor 21 dagen, er minder kans is op mislukte testen.

De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau.

Evolutie van het tijdstip van de eerste gehoortest

Het gaat hier over een interne gehoortest (een gehoortest afgenomen door Kind en Gezin). Het resultaat kan driedelig zijn: voor 21 dagen getest, getest tussen 21 en 28 dagen en getest na 28 dagen.
We proberen de gehoortest af te nemen voor de 21e levensdag van het kind.
 
De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau.

Daarnaast ontsluiten we ook cijfers over bevestigd gehoorverlies op basis van de feedback van de referentiecentra. De onderstaande tabellen geven weer wat de incidentie is van het aantal kinderen met gehoorverlies per 1000 geteste kinderen en geeft voor de kinderen met gehoorverlies aan wat het type (tweezijdig of eenzijdig) en de graad van slechthorendheid is. 

Incidentie doofheid en slechthorendheid

Type en graad van slechthorendheid

Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Beleidsonderbouwing
Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Opgroeien

Het team Beleidsonderbouwing bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring. 

Team Beleidsonderbouwing