Borst- en flesvoeding

Achtergrondinformatie en documentatie

Ga snel naar...

In dit themarapport benutten we cijfers van Opgroeien (Kind en Gezin) die steunen op registraties. We geven hieronder weer welke definitie van borstvoeding Kind en Gezin hanteert en hoe de registratie verloopt.

Welke definitie van borstvoeding hanteert Kind en Gezin?

Vanaf december 2019 paste Kind en Gezin zijn definitie over borstvoeding aan om beter aan te sluiten op de strikte definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) die wereldwijd wordt gehanteerd.

  • Uitsluitend borstvoeding: een kind krijgt enkel (afgekolfde) moedermelk, ongeacht de toedieningswijze. Het kind krijgt geen water, andere vloeistoffen of voeding. Orale rehydratievloeistoffen, medicatie en vitamine- en mineralensupplementen zijn wel toegestaan.
  • Niet uitsluitend borstvoeding: een kind krijgt naast (afgekolfde) moedermelk nog andere voeding of vloeistoffen (bv. kunstvoeding, water, thee, vaste voeding).
  • Geen borstvoeding: een kind krijgt geen borstvoeding of (afgekolfde) moedermelk.

Tot 1 december 2019 hanteerde Kind en Gezin een definitie voor uitsluitend borstvoeding die water en eenmalig kunstvoeding toeliet. De cijfers op basis van registraties voor 1 december 2019 werden niet herberekend, maar we geven ze wel weer volgens de nieuwe benamingen. De gewijzigde definitie kan een impact hebben op de cijfers.

Info over de registratie- en berekeningswijze

De cijfers van Kind en Gezin over borstvoeding en over profielkenmerken zoals zwangerschapsduur, origine van de moeder of kansarmoede steunen op registraties door medewerkers van Kind en Gezin en artsen die op het consultatiebureau werken. De cijfers over profielkenmerken zoals zwangerschapsduur steunen op registraties door medewerkers van Kind en Gezin (verpleegkundigen, gezinsondersteuners, Kind en Gezin-Lijn …) op basis van contacten met gezinnen en kraamklinieken. Gegevens over borstvoeding in de afgelopen 24 uur worden op elk consult bevraagd, naast bevraging en registratie voor 3 vaste leeftijdsmomenten (24 uur na geboorte, op dag 6 en op 6 maanden/26 weken).

De registratie gebeurt rechtstreeks in het elektronische cliëntvolgsysteem Mirage. De registratie wordt met zorg verricht en wordt kwalitatief opgevolgd, maar is niet perfect. De registratie is onder meer niet perfect omdat niet iedereen kiest voor de dienstverlening van Kind en Gezin en omdat niet alle kenmerken voor alle kinderen werden bevraagd.

  • Niet van alle kinderen is gekend welke voeding ze krijgen op een bepaald moment. Voor de voeding op 24 uur en op dag 6 ligt het aandeel ontbrekende waarden in Vlaanderen op respectievelijk 1% en 1,9% in 2022. Voor de voeding op 6 maanden ligt het percentage ontbrekende waarden hoger (15,9% in 2022, in 2021 16,3%).
  • Van 3,1% van de kinderen die bij geboorte woonden in Vlaanderen werd de kraamkliniek niet ingevuld en kon niet zuiver bepaald werden of het kind in een kraamkliniek met of zonder BFHI-label werd geboren.
  • Ook de profielkenmerken die benut worden in het themarapport borstvoeding zijn erg volledig ingevuld. Het aandeel ontbrekende waarden voor borelingen uit Vlaanderen varieert en lag in 2022 nergens hoger dan 4%: zwangerschapsduur (1%), pariteit (2,9%), origine moeder (3,6%), kansarmoede (2,3%).

Omdat we gegevens hebben over een zeer ruime meerderheid van de kinderen maken we abstractie van de niet-ingevulde waarden en geven we valide percentages weer.

Cijfers over het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

De dashboards bevatten ook cijfers over kinderen geboren in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Die cijfers moeten wel juist geïnterpreteerd worden want het gaat enkel om cijfers over de voedingssituatie bij kinderen die gezien werden door medewerkers van Kind en Gezin. Het gaat dus om cijfers over klanten van Kind en Gezin in Brussel. De cijfers mogen niet beschouwd worden als geldig voor de hele Brusselse populatie borelingen.

BFHI-label

Het BFHI-label (Baby Friendly Hospital Initiative) is een label, gelanceerd door Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie, ter bescherming, bevordering en ondersteuning van borstvoeding om elke baby en ook de moeders van bij de geboorte de beste kansen te geven op het gebied van gezondheid en welzijn. In België kan het label door de federale overheid aan een kraamkliniek worden toegekend na evaluatie van diverse voorwaarden (meer informatie).

Qua voorwaarden gaat het onder meer over over een geschreven beleid over borstvoeding beschikken dat standaard bekendgemaakt wordt aan alle betrokken medewerkers, dat alle zwangere vrouwen voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van de borstvoeding en dat de baby onmiddellijk na de geboorte gedurende minimum een uur huid-op-huidcontact met de moeder heeft.

In 2021 waren er in België 30 ziekenhuizen met het BFHI-label.

Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Beleidsonderbouwing
Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Opgroeien

Het team Beleidsonderbouwing bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring. 

Team Beleidsonderbouwing