Scheiding

Ingrijpende gebeurtenis en proces voor alle betrokkenen

Scheiden is een blijvend proces en heeft impact op de leefomstandigheden, context van het gezin en op het functioneren van kinderen.

Scheiden is een proces, geen momentopname

Een proces in tijd

Een scheiding is geen momentopname, maar beslaat een periode. Een scheiding is een blijvend proces waar ouders en kinderen in hun dagelijkse leven mee verder moeten. Het is een proces dat niet stopt bij de beslissing en de uitvoering. Het scheidingsproces begint niet bij het uit elkaar gaan van ouders. En het eindigt daar ook niet. Als ouders uit elkaar gaan, volgt daarop het zoeken en uitbouwen van een nieuw vervolg.

1. Juridisch proces

Tijdens de periode voor de scheiding groeit bij minstens 1 partner de beslissing tot scheiding. Men onderscheidt hierbij een eerste en een tweede beslisser. Eveneens onderscheidt de wet twee vormen van echtscheiding:

  • Echtscheiding door onderlinge toestemming
  • Echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk

Afhankelijk van welke vorm er sprake is, zal het proces en de duur er anders uitzien. In het scheidingsonderzoek (Mortelmans et al., 2011) hanteert men de duur van het feitelijk apart wonen van partners tot en met de rechterlijke uitspraak. De duur van het scheidingsproces bedraagt zowat 19 maanden (Scheiding in Vlaanderen, figuur 4.1 p. 94).

2. Psychologisch proces

De psychologische duur van het proces start al veel vroeger dan het juridisch proces. Zo gaat er vaak een periode aan vooraf waarin mensen toenemende stress of conflict ervaren in het gezin. Het IPOS onderzoek bracht bij een beperkte groep respondenten keerpunten voor de beëindiging van een relatie in beeld. Zaken als apart gaan wonen, een derde partij die in het spel is of het doorlopen van een ontwikkelingsproces waarbij de partner niet in beeld is, zijn voorbeelden van dergelijke keerpunten.

Na het ‘moment’ van scheiding breekt voor alle betrokkenen een periode aan van verwerking. Het is normaal dat deze periode gepaard kan gaan met intense gevoelens, zoals angst en schuld. Bovendien kan een scheiding psychisch veel vragen van de partners en kinderen.

Hoe ouders met deze moeilijke periode omgaan hangt onder andere af van de mate van veerkracht waarover ze beschikken. Deze eigenschap functioneert als een beschermfactor aangezien ouders hierdoor beter bestand zijn tegen ongunstige gebeurtenissen zoals depressie of rouw. Hun veerkracht kan versterkt worden door de steun die de ouder vanuit zijn/haar netwerk  ervaart. Ook blijkt het behouden van een positieve relatie en goede communicatie tussen de ex-partners een belangrijke rol te spelen.

Op basis van onderzoek wordt gesteld dat het twee tot drie jaar duurt voor betrokkenen weer tot herstel en veerkracht komen, al zijn hier natuurlijk sterke individuele verschillen. Zo vertoont de tweede beslisser van de scheiding vaak een lagere dosis veerkracht aangezien hij/zij meer negatieve gevoelens ervaart zoals depressie, piekeren, huilen, etc. De eerste beslisser daarentegen heeft vaak al nagedacht over de scheiding en vertoont hierdoor minder tekenen van rouw. Deze verschillende posities brengen dus een verschillende beleving, verschillende emoties en een verschillende impact op het welbevinden met zich mee (Pasteels et al., 2013 p. 189).

Emoties en welbevinden van de ex-partners

Een scheiding is doorgaans een emotioneel ingrijpende gebeurtenis voor de partners. Partners komen los van een belangrijke of centrale relatie in hun leven en van de identiteit die ze daarbij hebben opgebouwd.

Scheiden brengt een waaier aan gevoelens mee: verdriet, angst, opluchting, hoop of wanhoop, gevoelens van mislukking en schuld, teleurstelling, ontreddering, kwaadheid op elkaar, …. Dit zijn normale reacties op een ingrijpende gebeurtenis.

De meest voorkomende emoties zijn opluchting, respect en kwaadheid. Het minst komen liefde, schaamte en wraakgevoelens voor. Mannen voelen significant meer respect, spijt, schuld en liefde dan vrouwen. Vrouwen voelen significant meer kwaadheid, walging en angst dan mannen. Er is ook onderzoek gedaan naar de samenhang tussen emoties en onderhandelingsstijlen bij de scheiding (IPOS-onderzoek).

Een scheiding verloopt niet volgens vaste fasen. Alle betrokkenen beleven het op hun manier afhankelijk van hun persoonlijkheid en temperament en veerkracht of ze het zagen aankomen of niet, welk perspectief ze hebben na de scheiding, hoe ze zich gesteund voelen, hoe de familie ermee omgaat, …

Tijdens de periode voor de scheiding groeit bij minstens 1 partner de beslissing tot scheiding. Men onderscheidt een eerste en een tweede beslisser. Deze verschillende posities brengen vaak een verschillende beleving, verschillende emoties en een verschillende impact op het welbevinden met zich mee (Pasteels et al., 2013 p. 189). Deze aanpak vereist specifieke vaardigheden. (Voor meer informatie zie: Handvatten voor hulpverleners)

Elk persoon maakt een scheiding op zijn manier door. Daarom is het belangrijk dat professionals de kans geven aan elke ouder om zijn verhaal te doen, actief te vragen naar hoe zij de situatie beleven, …

Scheiding als schakel in een proces van gezinstransities

Gezinnen zijn geen vaststaande eenheid. Zij wijzigen doorheen de tijd. Na een scheiding komen kinderen terecht in opeenvolgende veranderingen in hun gezin, en dit bij beide ouders. Van kinderen wordt zeer veel flexibiliteit gevraagd om zich aan te passen aan het leven in nieuwe gezinssituaties.

Een voorbeeld: Eva woont met haar zusje bij haar beide ouders. De ouders gaan uit elkaar en werken een gelijke verblijfsregeling uit waarbij de kinderen telkens een week bij elke ouder verblijven. Beide ouders wonen alleen op dat moment. Na drie maanden gaat mama samenwonen met een partner die een zoon heeft. Deze verblijft elke veertien dagen een weekend in het gezin. Zes maanden na de scheiding gaat papa samenwonen met een nieuwe partner. Deze heeft drie kinderen uit een eerder huwelijk en zij zijn ongeveer drie vierde van de tijd bij haar. Deze relatie loopt na een half jaar stuk en Eva ziet hen niet meer. Ze had wel een goed band met het oudste dochtertje.

Het scheidingsonderzoek in Vlaanderen maakte een analyse van gezinstrajecten. Enkele van de meest in het oog springende gegevens uit het onderzoek zijn:

  • De meeste kinderen wonen een bepaalde periode in een eenoudergezin (bij moeder en/of vader) met de bijhorende financiële context die daarbij hoort;
  • Bij vaders krijgen kinderen iets vaker te maken met een stiefgezin dan bij moeders;
  • Als er een transitie gebeurt naar een nieuw samengesteld gezin, is dat meestal een complex gezin (met stiefbroers- of zussen, halfbroers of -zussen);
  • Ongeveer de helft van de kinderen maakt minstens twee transities door bij (één van) de ouders; minstens 15% van de kinderen maakte minstens drie transities door bij (één van) de ouders waarbij ook een nieuwe relatieontbinding.

scheiding 3

Uit onderzoek blijkt ook dat de veranderingen in het gezinssysteem steeds sneller gaan en dat mensen nu meer transities doormaken. Met andere woorden: gezinsleden worden met een snellere opeenvolging en meer veranderingen geconfronteerd.    

Impact op leefomstandigheden en context van het gezin

Een scheiding verandert het leven op heel wat terreinen tegelijkertijd met heel wat gevolgen voor hoe mensen hun leven kunnen vormgeven:

  • Huisvesting: mensen komen terecht in een andere woning en woonomgeving (bv. een kleiner huis, een woning zonder tuin, verder van vrienden of familie, kinderen moeten misschien een kamer delen, verder van school of hobby, …).
  • Financieel: terugvallen op één inkomen of uitkering, met een grotere kans op armoede.
  • Werksituatie: arbeidsritme aanpassen in functie van de combinatie werk en gezin, werk nodig hebben voor een inkomen, ….
  • Netwerk en familiebanden: in een andere buurt wonen waar men nog niemand kent, andere/beperktere/geen contacten met de schoonfamilie, een andere school, vriendenkring of hobby’s, andere/beperktere/geen contacten met bepaalden personen uit vriendenkring, …
  • Nieuwe rollen: in het huishouden (bv. alle taken opnemen waar die eerder misschien gedeeld waren) en in het ouderschap (zie deel ouderschap, link maken).  

Op welk netwerk steunen ouders in hun coparentingsituatie?

Een scheiding is een periode waarmee veel veranderingen en stress gepaard gaan. Het sociale netwerk kan hierbij een belangrijke protectieve factor vormen aangezien het vaak troost biedt en een primaire bron van steun vormt. Zo heeft de omgeving invloed op de gezonde aanpassing na scheiding, biedt ze emotionele steun en probeert ze verbondenheid te vergroten of gevoelens van onzekerheid te verkleinen.

Langs de andere kant kan het sociale netwerk ook een escalerend effect hebben op het conflict met de ex-partner. De omgeving is namelijk over het algemeen minder vergevingsgezind tegenover de ex-partner. Deze houding kan bijdragen tot het in stand houden of verergeren van de conflicten tussen ex-partners. Toch blijkt dat het vergeven van de ex-partner cruciaal is. Het is namelijk één van de sterkste voorspellers voor een goede verdere coparenting.

Verder kunnen ouders voor informele opvoedingsondersteuning terecht in hun nabije omgeving. Indien ouders in dit netwerk geen antwoord vinden op hun zorgen of vragen, kunnen ze terecht bij georganiseerde opvoedingsondersteuning die aangeboden wordt door diverse hulpverleners.(Voor meer informatie zie: Sociale kaart en scheiding)

 

Impact op het functioneren van kinderen  

Veel ouders hebben uiteraard vragen over wat de impact is van een scheiding op hun kind(eren). Je vindt dit in het onderdeel ‘perspectief van het kind’.