Opvoedings- en Gezinsondersteuning

Functies van opvoedingsondersteuning

Opvoedingsondersteuning is gericht op ondersteuning van het opvoedingsproces. Wanneer we het over de diverse vormen van opvoedingsondersteuning hebben, maken we onderscheid tussen verschillende functies:

Informatie en voorlichting

Als eerste functie binnen opvoedingsondersteuning speelt een goed informatie- en voorlichtingsaanbod een belangrijke rol bij het wegnemen van opvoedonzekerheid bij ouders.

Dit aanbod kan bijvoorbeeld bestaan uit het beantwoorden van vragen die ouders stellen (informatie op maat), infobijeenkomsten rond bepaalde thema’s, een infotheek met folders en documentatie rond opvoedthema's, opvoedingsondersteuning via email, chat of telefoon (bijvoorbeeld door de Opvoedingslijn), …

De vorm van de informatie en voorlichting kan heel divers zijn: schriftelijk of mondeling, individueel of in groep, algemeen en meer vrijblijvend of toegespitst op de specifieke situatie van een gezin.

Soms maakt de voorlichting deel uit van een ruimere ondersteuning.

Onderzoek leert dat ouders verschillen in hun voorkeuren wanneer ze op zoek gaan naar informatie. Terwijl de ene ouder kiest voor een boek, zoekt de andere liever via internet naar antwoorden. De ene geeft de voorkeur aan een gespreksavond, de andere houdt meer van een lezing of kijkt naar een programma over opvoeden op tv.

De media hebben een heel belangrijke plaats op het vlak van informeren van en voorlichting geven aan ouders. Uit het Australische evidence based Triple P programma (Positive Parenting Programme, uitgewerkt door Dr. M. Sanders) blijkt dat de televisie en de media in het algemeen, zeer effectief zijn om een grote groep mensen te bereiken (laagdrempelig en toegankelijk). Via de media kan opvoeding bespreekbaar gemaakt worden, wordt het feit dat ouders vragen hebben over opvoeding genormaliseerd en kan de boodschap gegeven worden dat ouders optimistisch mogen zijn over de aanpak van lichte opvoedingsproblemen.

Praktisch pedagogische of instrumentele steun

Met instrumentele steun bedoelen we de praktische steun die wordt verleend aan opvoedingsverantwoordelijken. Soms kunnen praktische zaken het opvoedingsgebeuren belasten. Deze praktische taken kunnen verlicht worden door het ter beschikking stellen van:

  • verschillende 'diensten' (bijvoorbeeld een babysit, vrijetijdsbesteding, kinderopvang, enz.) waarvoor vaak doorverwezen wordt naar andere voorzieningen;
  • materiaal (bijvoorbeeld speelgoed dat uit te lenen is via een spelotheek of uitleendienst); 
  • of pedagogische documentatie (bijvoorbeeld boeken of magazines in een bibliotheek).

We verwijzen hier ook naar de praktische opvoedingsondersteuning die vaak bij gezinszorg wordt aangeboden.

Emotionele steun

Met emotionele steun wordt een ondersteuningsvorm bedoeld waarbij het de bedoeling is om een “luisterend oor” te zijn, zonder noodzakelijk gedragsverandering na te streven.

Emotionele steun toon je via betrokkenheid, respect, waardering en begrip wanneer je ouders of andere opvoedingsverantwoordelijken te woord staat. Emotionele steun versterkt de draagkracht van opvoeders.

Emotionele ondersteuning komt vaak aan bod binnen andere functies van opvoedingsondersteuning. Toch noemen we het ook als aparte functie, omdat emotionele steun een protectieve factor is voor het goed verlopen van het opvoedingsproces.

Sociale steun, sociale samenhang en zelfhulp bevorderen

Ouders met opvoedingsvragen richten zich in de eerste plaats tot hun informeel sociaal netwerk: familie, vrienden, kennissen, ... Sociale steun is een belangrijke beschermende factor in de opvoeding. Een goed functionerend sociaal netwerk versterkt de draagkracht van ouders.

Ouders moeten het gevoel hebben ergens bij te horen en een beroep te kunnen doen op anderen wanneer dit nodig is. In dit opzicht zijn de meest kwetsbare ouders diegenen die sociaal geïsoleerd zijn.

Het kan niet de bedoeling zijn om de informele opvoedingsondersteuning te professionaliseren. Het is echter wel zinvol en nodig om ontmoetingskansen voor ouders te creëren en om informele sociale netwerken te stimuleren en ouders hier naartoe te leiden.

Een goed sociaal netwerk voor ouders bestaat zowel uit contacten met familie, vrienden en buren, als uit vertrouwdheid met de buurt en de beschikbare voorzieningen en diensten voor ouders en kinderen.

Je kan op verschillende manieren werken aan een sterkere sociale samenhang en de sociale steun en zelfhulp stimuleren door bijvoorbeeld

  • lokale vrijwilligers, steun- of brugfiguren in te zetten;
  • ontmoetingskansen voor ouders (en hun kinderen) te creëren;
  • de aanwezigheid van (nabije) informele sociale steunbronnen in kaart te brengen en ouders te stimuleren om die aan te spreken;
  • of ondersteuning aan te bieden in de bestaande vind- en contactplaatsen van opvoedingsverantwoordelijken (de school, het buurthuis, enz).

Signalering, vroegtijdige onderkenning en verwijzing

Signaleren betekent in de opvoedingsondersteuning 'het waarnemen van verandering in de situatie van een kind en diens ouders, en het overwegen om al dan niet tot actie over te gaan om op het juiste moment hulp te bieden als dat nodig is'.

Vragen en problemen van ouders zijn heel gevarieerd, zowel in aard als in ernst van de problematiek. Soms blijkt al bij een eerste contact dat ouders elders beter geholpen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat men daar over specifieke deskundigheid beschikt of omdat de problemen van ouders een intensievere vorm van ondersteuning vragen. Opvoedingsondersteuners nemen dan een verwijzende rol op.

Verwijzing is noodzakelijk wanneer de gewenste hulp de eigen competenties overschrijdt.

Een doorverwijzing vraagt bijzondere aandacht en zorgvuldigheid. Het kan voor de betrokkenen immers (nieuwe) drempels opwerpen (bv. opnieuw een vertrouwensband moeten opbouwen, vertrouwd moeten geraken met het aanbod en de werking van de nieuwe dienst).

Bij een doorverwijzing dienen we drempelverlagend te werk te gaan door bijvoorbeeld de ouder te vergezellen bij het eerste contact, praktische informatie omtrent de ondersteuningsvorm te geven, of informatie te verstrekken over de inhoudelijke werking van de nieuwe dienst.

Pedagogische advisering en licht ambulante ondersteuning

Het bieden van pedagogisch advies en/of licht ambulante/mobiele ondersteuning omvat de vormen van laagdrempelige, kortdurende ondersteuning (maximum vier à vijf contacten). De opvoedingsverantwoordelijken krijgen hierbij steun om de opvoedingssituatie te verbeteren.

Gesprekken of huisbezoeken in dit verband bieden steun in situaties waarin sprake is van een opvoedingsspanning. Vaak gaat het om een duidelijke vraag om advies of begeleiding bij de aanpak van bepaald probleemgedrag of bij het hanteren van een pedagogische situatie.

Pedagogische advisering doorloopt vier stappen:

  • samen met de ouders het probleem verhelderen;
  • zicht krijgen op de factoren die het probleem beïnvloeden en mogelijk in stand houden;
  • uitstippelen van een bepaalde aanpak;
  • en samen met de ouder evalueren of de aanpak werkt.

Pedagogisch adviseren kan zowel individueel als in groep (bijvoorbeeld een oudercursus) aangeboden worden .

Bij lichte ambulante ondersteuning krijgen ouders ofwel in hun thuissituatie ofwel in groep steun en kortdurende begeleiding bij de uitvoering van een bepaald advies, de toepassing van een (nieuwe) vaardigheid of een (nieuwe) aanpak.

Meer intensieve, laagdrempelige hulp

De functie ‘meer intensieve, laagdrempelige hulp' bevindt zich op de overgang met hulpverlening of opvoedingshulp. We nemen deze functie mee op voor de volledigheid, omdat er binnen het continuüm van opvoedingsondersteuning en opvoedingshulp sowieso een grijze zone is waarbij beide elkaar overlappen.

Deze functie is aangewezen wanneer opvoedingsverantwoordelijken de problemen niet onder de knie krijgen of wanneer de moeilijkheden hen boven het hoofd groeien (opvoedingscrisis of opvoedingsnood).

Intensieve trainingen van opvoedingsvaardigheden (individueel of in groep) en gezinsbegeleiding die zich op meerdere levensdomeinen richt, zijn hier voorbeelden van.