Armoedebestrijding

Armoede in Vlaanderen: cijfers en feiten

Een overzicht van de armoedecijfers in Vlaanderen. Wat zijn de grootste risicofactoren op armoede?
Ga snel naar...

De armoedecijfers in Vlaanderen

10% van bevolking loopt risico op armoede

Iets minder dan 1 op de 10 inwoners van het Vlaamse Gewest leefde in 2019 in een huishouden met een huishoudinkomen (alle inkomsten van de huishoudleden uit economische activiteit, uit vermogen, uit eigendom en uit sociale transfers (sociale zekerheids- en bijstandsuitkeringen)) onder de Belgische armoededrempel (de armoededrempel is gelijk aan 60% van het nationaal mediaan beschikbaar huishoudinkomen na sociale transfers (sociale zekerheids- en bijstandsuitkeringen). Deze armoededrempel wordt aangepast aan de samenstelling en grootte van het huishouden. Voor een alleenstaande lag de Belgische armoededrempel in 2019 op 1.230 euro per maand, voor een gezin met 2 volwassenen en 2 kinderen op 2.584 euro per maand.) Dat komt overeen met ongeveer 640.000 personen. Er wordt vanuit gegaan dat huishoudens met een inkomen onder de armoededrempel een risico op armoede lopen. Het aandeel personen onder de armoededrempel bleef de afgelopen jaren vrij stabiel en schommelt sinds 2004 steeds tussen 10% en 11% van de bevolking.

2% Vlamingen leeft in een huishouden in ernstige materiële deprivatie

In 2019 leefde 2% van de Vlamingen in een huishouden in ernstige materiële deprivatie. Dat komt overeen met ongeveer 130.000 personen. Het gaat om huishoudens die een aantal basisitems moeten missen of een aantal zaken niet kunnen doen omwille van financiële redenen.

Bijna 162.000 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in november 2020

In november 2020 ontvingen in het Vlaamse Gewest iets minder dan 162.000 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen een uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Het gaat om de som van 139.000 werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (werkzoekende UVW) en 23.000 niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (niet-werkzoekende UVW). Daarnaast ontvingen 313.800 werknemers een uitkering voor tijdelijke werkloosheid. Bij de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid gaat het om alle werknemers van wie de arbeidsovereenkomst geheel of gedeeltelijk tijdelijk is geschorst, niet enkel om de tijdelijk werklozen wegens de Covid-19-crisis.

7% van de bevolking tot 60 jaar leeft in huishouden waar niet of beperkt wordt gewerkt

In 2019 leefde 7% van de Vlamingen tot 60 jaar in een huishouden met zeer lage werkintensiteit. Dat komt overeen met ongeveer 350.000 personen. Het gaat om huishoudens waar door de volwassenen niet of slechts beperkt wordt gewerkt op de arbeidsmarkt.

Huurders en lagere inkomensgroepen wonen vaker in woning van slechtere kwaliteit

De fysische staat van de woning is beter bij eigenaars dan bij huurders. Bijna 8 op de 10 eigenaars wonen in een woning in een goede fysische staat. Bij huurders, zowel private als sociale, gaat het om ongeveer 7 op de 10. Ook naar inkomen is er een verschil. Hoe hoger het inkomen, hoe groter het aandeel huishoudens dat in een woning woont in een goede fysische staat.

 

Bron van de cijfers: www.statistiekvlaanderen.be

Hoe evalueren Vlaamse gezinnen hun eigen financiële situatie ?

In 2021, middenin de Coronapandemie, werd voor de tweede keer een Gezinsenquête uitgerold in Vlaanderen. Daarmee wordt in beeld gebracht wat gezinnen nodig hebben, hoe ze het gezinsleven zelf ervaren en welke ondersteuning gezinnen belangrijk vinden in een goed gezinsbeleid.

Bijna 15% van de ouders geeft aan te moeten rondkomen met een maandelijks inkomen lager dan 2000 euro. Vrouwen, ouders van 55 jaar en ouder, ouders met een niet-EU herkomst en ouders met een diploma lager secundair onderwijs geven vaker aan een lager inkomen te hebben.

8,3% van de ouders geven aan moeilijk tot zeer moeilijk te kunnen rondkomen met het gezinsinkomen.

Een vijfde van de gezinnen kan zich geen week vakantie veroorloven of hebben problemen bij onverwachtse uitgaven. 

De kwetsbare groepen gezinnen zijn:

  • ouders met een lager opleidingsniveau,
  • ouders met een niet-EU+-herkomst,
  • alleenstaande ouders
  • ouders zonder betaald werk of in werkonderbreking.

 

Hier vind je meer informatie over de gezinsenquête, de resultaten of de uitgebreide rapporten.

 

Wat zijn de grootste risicofactoren op armoede?

Hoogste armoederisico bij werklozen, eenoudergezinnen en personen geboren buiten EU

Naar geslacht en leeftijd blijven de verschillen in armoederisico vrij beperkt. Het armoederisico lag in 2019 wel iets hoger bij ouderen en kinderen dan bij de andere leeftijdsgroepen. Opgedeeld naar huishoudtype lag het armoederisico in 2019 het hoogst bij personen in eenoudergezinnen (26%). Ook bij eenpersoonshuishoudens (14%) en grote gezinnen (14%) lag het armoederisico iets hoger dan gemiddeld. Naar activiteitenstatus is het hoogste armoederisico te vinden bij werklozen (37%) en niet-actieven (zonder gepensioneerden) (19%). Het armoederisico lag in 2019 ook veel hoger bij huurders (22%) dan bij eigenaars (6%). Het armoederisico neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt: bij hooggeschoolden ging het in 2019 om 4%, bij laaggeschoolden om 19%. Ten slotte varieert het armoederisico ook naar geboorteland. Personen geboren in België kennen het laatste armoederisico (7%), personen geboren buiten de EU het hoogste armoederisico (30%).

Armoederisico hoogst in provincie Antwerpen, laagst in Vlaams-Brabant

Het aandeel personen onder de armoededrempel lag in 2019 in de provincie Antwerpen (12%) iets hoger dan het Vlaamse gemiddelde (10%). In Vlaams-Brabant lag het aandeel iets lager (7%). In de andere provincies is er weinig of geen verschil met het Vlaamse gemiddelde.

 

(Bron: Statistiek Vlaanderen)

Is er meer armoede in de stad dan op het platteland ?

Als we de Vlaamse gemeenten indelen volgens de VRIND-indeling die ook door de Studiedienst van de Vlaamse Regering vaak gebruikt wordt, dan stellen we vast dat kansarmoede zich meer voordoet in steden dan in kleinere gemeenten. De index van de groot- en centrumsteden ligt veel hoger dan de index van randgemeenten of plattelandsgemeenten.  

Zelfs onder de steden zijn er duidelijke verschillen tussen structuurondersteunende steden, centrumsteden en grootsteden.  

 

 

Alle Vlaamse gemeenten staan opgelijst met hun VRIND- classificatie op https://www.statistiekvlaanderen.be/nl/gebiedsindelingen-vrind)