Huiswerk- en studieondersteuning

Studieondersteuning: een omschrijving

Wanneer het gaat over buitenschoolse initiatieven die kinderen/jongeren en gezinnen extra ondersteuning bieden bij het leren worden zowel in de praktijk als in de literatuur verschillende benamingen gebruikt, afhankelijk van het perspectief van waaruit gewerkt en geschreven wordt en afhankelijk van de vooropgestelde finaliteit.

Dat toont ook de onderstaande weergave van begrippen die de 30 betrokken partners hanteren om hun praktijk te benoemen.

 

Verschillende organisaties zijn nog zoekende naar een geschikte benaming voor hun (vaak nog recente) initiatief dat de lading ervan voldoende kan dekken. Andere initiatiefnemers maakten reeds een – vaak zeer bewuste – keuze voor een bepaalde term, soms ook zichtbaar samenhangend met de focus, missie en visie van het project.

Een kleiner aantal projecten focust zich specifiek op huiswerk-, studie- en leerondersteuning, met centrale aandacht voor het kind.

  • Bv. ‘Huiswerkbegeleiding’, ‘huiswerkklas’, ‘leren leren’,…

De meeste betrokken organisaties kiezen er echter uitdrukkelijk voor om niet enkel ondersteuning te bieden bij het maken van huiswerk, maar ook oog te hebben voor de ruimere gezinscontext, voor randvoorwaarden die mee bepalend zijn voor het leer- en leefklimaat, en voor ondersteuningsvragen die bij zowel het kind als bij zijn/haar ouders leven. Deze bredere klemtoon laat zich soms ook doorschemeren in de benaming van hun praktijk.

  • Bv. ‘Gezinsondersteuning/-begeleiding’, ‘studie/huiswerk- en gezinsondersteuning’, ‘brugfiguren’,…

Hoewel er dikwijls een beredeneerde samenhang bestaat tussen de ‘benaming’ en ‘beschrijving’ van het project, betekent dit echter niet dat het gebruik van eenzelfde noemer in diverse contexten altijd dezelfde praktijk omvat of dezelfde doelstellingen beoogt:

  • Bv. ‘Huiswerkbegeleiding’ of ‘huiswerkklas’ wordt soms sterk afgebakend (bv. specifiek gericht op kinderen), maar soms ook breder opgevat. In de gemeente Temse bijvoorbeeld wordt ernaar gestreefd om een huiswerkklas te organiseren op school, waarbij zowel ouders als het kind aanwezig kunnen zijn, en er ook ruimte gemaakt wordt om vragen van ouders te beluisteren.
  • Bv. ‘Leerbuddy-project’ in Halle beoogt niet alleen individuele korte-termijnimpact, maar wil ook kritisch en structureel nadenken over het huiswerkbeleid in scholen; terwijl ‘Leerbuddy Vlaanderen’ prioritair als doel stelt om op korte termijn leerachterstanden weg te werken.

Behalve inhoudelijke motivaties kan de keuze voor een bepaalde term ook ingegeven worden door een streven naar herkenbaarheid en toegankelijkheid voor kinderen en hun ouders.

  • Bv. Zo vrezen sommige organisaties dat de focus op de begeleiding van het gezin, in plaats van de ondersteuning van het kind bij het huiswerk, extra drempels zou kunnen opwerpen.

Daarnaast kan ook de locatie van het project de keuze mee beïnvloeden:

  • Bv. ‘(T)huiswerkbegeleiding’, ‘huiswerkklas’,…

Verder kan een benaming nog gerelateerd zijn aan het profiel van de vrijwilligers die worden ingezet:

  • Bv. In projecten waar studenten in het kader van hun opleiding binnen het hoger onderwijs een ondersteunende rol opnemen, wordt veeleer voor de termen ‘tutorenproject’ of ‘student tutoring’ gekozen. Dergelijke initiatieven kaderen binnen het besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van student tutoring in het onderwijs in Vlaanderen van 19 september 2011, dat student tutoring omschrijft als “methodiek waarbij studenten uit het hoger onderwijs op een gestructureerde manier optreden als begeleider en rolmodel, met de bedoeling leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs te ondersteunen bij het leer- en keuzeproces”. (Vlaamse Regering, 2011).

Samenvattend kunnen we zeggen dat huiswerk en studieondersteuning gaat over het geheel van inspanningen die vrijwilligers/studenten, gezin en school leveren om, niet vakinhoudelijk maar aanvullend op onderwijs, de gekwalificeerde uitstroom te vergroten. 

Vrijwilligers versterken hun leerling en zijn context in het verbreden van schoolse vaardigheden en het ondersteunen van de leerloopbaan binnen het krachtgericht partnerschap school-gezin. 

Studieondersteuning kan thuis, bij een organisatie of op school plaatsvinden. Het kan gaan om een één-op-een begeleiding of begeleidingen in kleine groepen. Vrijwilligers komen uit verschillende soorten initiatieven waarbinnen ze kwaliteitsvol begeleid en ondersteund worden: opleidingen binnen hoger onderwijs, vzw’s, feitelijke verenigingen, openbaren besturen, ..