Diagnostiek is de basis van élk hulpverleningstraject. Het is het proces van het verzamelen en analyseren van informatie om meer inzicht te krijgen in een situatie of probleem, met als doel de best mogelijke zorg te realiseren. Via diagnostiek wordt dus de basis gelegd voor een aanpak die aansluit bij wat écht nodig is. Het is dan ook belangrijk dat elke vorm van diagnostiek op een kwaliteitsvolle manier verloopt.

Het Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek formuleert zeven bouwstenen om elk diagnostisch traject op een kwaliteitsvolle manier vorm te geven.
- Biopsychosociale visie: Menselijke ervaringen en moeilijkheden zijn onlosmakelijk verbonden met zowel biologische processen, psychologische factoren en de sociale omgeving.
- Unieke cliënt in een unieke context: In een diagnostisch proces staat de unieke persoon in diens unieke context centraal. Het diagnostisch proces richt zich op de unieke en specifieke noden, ervaringen en verwachtingen van de cliënt.
- Integratief beeld: Een integratief beeld biedt inzicht in hoe verschillende factoren met elkaar verweven zijn. Op deze manier kunnen we beter begrijpen hoe klachten zijn ontstaan en welke factoren ze kunnen blijven beïnvloeden.
- Participatie: De cliënt wordt gezien als medeonderzoeker en ervaringsdeskundige, en krijgt een actieve rol in het diagnostisch proces.
- Kwaliteitsvolle instrumenten en methodieken: Instrumenten en methodieken worden op een doordachte manier gekozen, gescoord, geïnterpreteerd en gerapporteerd.
- Reflexiviteit: Ons denken en handelen wordt mee bepaald door persoonlijke voorkeuren, de visie van de organisatie en maatschappelijke factoren. Reflexiviteit houdt in dat we ons bewust zijn van onze referentiekaders.
- Interdisciplinair samenwerken: verschillende disciplines werken samen om brede en uiteenlopende inzichten te verwerven en tot gedragen adviezen te komen.