Indicatiestelling bepaalt wat de meest geschikte hulp is voor een specifieke hulpvraag. De aanmelding gebeurt door een hulpverlener met een aanmelddocument (A-doc) via INSISTO.
Het team Indicatiestelling behandelt alleen nog aanvragen voor:
- een persoonlijke-assistentiebudget (PAB)
- individuele materiële bijstand (IMB)
- specifieke acties (SA).
Elk dossier krijgt een dossierverantwoordelijke die verder opvolgt.
Daarnaast kan een hulpverlener aangeven dat hij ondersteuning wenst bij het bepalen van de meest gepaste hulp. In deze gevallen beoordeelt de dossierverantwoordelijke verschillende aspecten:
- de duidelijkheid van de hulpvraag,
- de kwaliteit van de diagnostiek en het (eventuele) hulpverleningsvoorstel.
Het team werkt multidisciplinair. Tijdens het bespreken van de dossiers gaat men na of indicatiestelling mogelijk is. Soms wordt beslist dat:
- bijkomende informatie nodig is van de aanmelder of de minderjarige,
- extra expertise van een multidisciplinair team (MDT) nodig is om de hulpvraag verder te verfijnen.
Het indicatiestellingsverslag
De indicatiestelling leidt tot een indicatiestellingsverslag dat vastlegt:
- welke hulpvormen geschikt zijn. Deze kunnen ook rechtstreeks toegankelijk zijn,
- welke hulp niet geschikt is,
- alternatieve opties als de gewenste hulp niet onmiddellijk beschikbaar is,
- of er al dan niet een doorverwijzing naar een andere sector, zoals kinderpsychiatrie, nodig is.
Het team werkt een hulpvoorstel uit van typemodules, op basis van de vastgestelde noden en zonder rekening te houden met de effectieve beschikbaarheid van hulp. Dit helpt structurele noden in kaart te brengen en beleidsmatig bij te sturen.
Het team behandelt ook aanvragen voor herindicatiestelling, bijvoorbeeld wanneer:
- de oorspronkelijke indicatiestellingstermijn is verstreken, maar verdere hulp noodzakelijk is,
- een minderjarige op een wachtlijst staat maar de situatie ingrijpend veranderd is en een nieuwe beoordeling nodig is.