Participatie

Participatie binnen het lokaal beleid

Het Decreet over het Lokaal Bestuur geeft aan de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de opdracht om inwoners zo veel mogelijk bij het beleid te betrekken. Elke gemeente en elk OCMW nemen de nodige initiatieven om de participatie met de burgers te bevorderen.

Participatie van volwassenen en gezinnen aan het lokaal beleid

Decretaal (in het Decreet over het Lokaal Bestuur) zijn een aantal meer gereglementeerde vormen van burgerparticipatie beschreven:

  • adviesraden;
  • voorstellen van burgers;
  • verzoekschriften;
  • volksraadplegingen;
  • burgerbudgetten;
  • klachtenbehandeling.

De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen daarnaast vrij kiezen welke instrumenten zij gebruiken om de burgerparticipatie te bevorderen. Initiatieven die de gemeente vrij kan bepalen, zijn bijvoorbeeld: het oprichten van wijkcomités, het organiseren van een infoavond of het organiseren van een vragenuurtje voor de inwoners tijdens de gemeenteraad.

Het OCMW kan de burgers bij haar werking betrekken door bijvoorbeeld infoavonden of inspraakmomenten.

Het Provinciedecreet bevat een gelijkaardige regeling voor de provinciale besturen.

Daarnaast hebben een aantal innovatieve praktijken inzake burgerparticipatie de laatste jaren aan belang gewonnen, zoals het uitdaagrecht of right to challenge, e-participatie-initiatieven en mini-publics.

Met het right to challenge geeft een gemeente ruimte aan burgers die actief willen meewerken aan de lokale samenleving. Om de gemeenten hierin te ondersteunen, heeft het Agentschap Binnenlands Bestuur een praktische gids ontworpen. Dit dynamisch document bevat concrete en bruikbare handvatten, suggesties, voorbeelden en een stappenplan waarmee het right to challenge binnen een lokaal bestuur georganiseerd kan worden.

Verder zijn Vlaams minister Bart Somers en het Agentschap Binnenlands Bestuur een partnerschap aangegaan met VVSG, dat zich 3 jaar zal focussen op lokale burgerbetrokkenheid, inspraak en co-creatie. Een Labo van lokale besturen en experts inventariseert en analyseert innovatieve praktijken die coproductief zijn aangepakt of met een burgerinitiatief. Met werkbezoeken en intervisies onderzoekt het Labo deze participatieve praktijken. 

(Bron: de website van het Vlaams Agentschap Binnenlands bestuur)

Participatie van kinderen en jongeren

In het boek 'Dwalen met een doel- lokaal kiezen voor kindvriendelijkheid' wordt één van de hoofdstukken gewijd aan hoe Huizen van het Kind hun werking kindvriendelijker kunnen maken. Een samenvatting van de inhoud, vanuit het inspiratiekader voor de kindvriendelijke steden en gemeenten:

- Huizen van het Kind zijn er, als kwaliteitsvolle basisvoorzieningen, overal en voor iedereen. Ze ontplooien een werking op verschillende levensdomeinen.

- Huizen van het Kind geven ruimte aan diversiteit. Iedereen kan er terecht en er wordt ook actief geprobeerd om iedereen aan het aanbod te laten participeren

- Zorg voor een gedeelde en gemandateerde visie op kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren hebben het recht om mee te denken over al wat hen aanbelangt en moeten dat kunnen doen op zichzelf en niet enkel als lid van een gezin. Kinderen moeten worden beschermd, maar tegelijk moet ook hun kracht worden erkend, ook wanneer de belangen van kinderen en jongeren niet gelijk lopen met die van hun ouders.

- Voer een permanente dialoog met kinderen en jongeren. Op die manier wordt met hen spreken en met hen rekening houden een basishouding, iets wat je 'automatisch' en voortdurend doet en niet enkel occasioneel en 'op uitnodiging'. 

- Het bevorderen van sociale cohesie en ontmoeting is ook van belang voor kinderen en jongeren. Huizen van het Kind kunnen dit faciliteren door eigen aanbod te ontwikkelen of door het bestaande aanbod vanuit het netwerk te ondersteunen.